e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Voerendaal

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
vermoeden vermoeden: vermoede (Voerendaal) het menen dat iets waarschijnlijk is, het veronderstellen dat iets zo is [vermoeden, bronsel] [N 85 (1981)] III-1-4
vernomen verhaal gehoord: gehuërd (Voerendaal), vernomen: vernomme verhaol (Voerendaal) een vernomen verhaal [meul] [N 87 (1981)] III-3-1
verpachte banken gepachte plaatsen: gepachte plaatsje (Voerendaal) De kerkbanken waarvan de plaatsen aan parochianen verpacht werden. [N 96A (1989)] III-3-3
verplichte feestdag verplichte zondag: verplichte zondig (Voerendaal) Een geboden, verplichte feestdag [festerandach]. [N 96C (1989)] III-3-3
verplichting verplichting: verplichting (Voerendaal) het verplicht zijn [moetert, verplichting] [N 85 (1981)] III-1-4
verschuiven schuiven: šȳvǝ (Voerendaal  [(Oranje-Nassau I-IV)]   [Emma]) Het transportmiddel van een pijler in zijn geheel in de richting van het koolfront verschuiven. In tegenstelling tot het verleggen hoeft de transportinstallatie daarbij niet gedemonteerd te worden. Zie ook het lemma Verleggen. [N 95, 535] II-5
versnijden overmalen: overmalen (Voerendaal) Slecht meel bij beetjes door het graan malen. [N O, 36b] II-3
verstand verstand: versjtand (Voerendaal) het vermogen goed, helder te denken [verstand, bewijs, bewoud, vernuft] [N 85 (1981)] III-1-4
verstandig redelijk: reëdelik (Voerendaal) een goed verstand hebben; zijn verstand goed gebruikend [bezouwig, redelijk, radelijk] [N 85 (1981)] III-1-4
verteerde mest korte mest: kǫrtǝ [mest] (Voerendaal) De termen in dit lemma zijn voor het merendeel van toepassing op mest die lange tijd het onderste of het binnenste deel van de mesthoop heeft gevormd en daardoor goed verteerd is: mest van hoge kwaliteit, die gemakkelijk in kleine delen uiteenvalt. Het onderste uit de mestkuil is vaak zo brokkelig dat het niet met de riek kan worden opgenomen. Deze mest wordt veelal als weidemest gebruikt. Voor sommige termen zie men dan ook het lemma compost. De termen aan het einde van het lemma hebben betrekking op oude, uitgedroogde mest die zijn kwaliteit grotendeels verloren heeft. [N M, 10a; N 11, 27 add.; N 11A, 4a + 4c + 36 + 37; JG 1a + 1b add; div.] I-1