e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Voerendaal

Overzicht

Gevonden: 2119
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
ijsheiligen ijsheiligen: ieshillige (Voerendaal) 12-14 mei, de ijsheiligen [ieshillieje]. [N 96C (1989)] III-3-3
ijsvogel ijsvogel: īēsvoegel (Voerendaal) ijsvogel (16,5 schitterend blauwgroen boven, steenrood onder; vliegt snel over beek, sloot en langs ven; broedt in gat in steile over; vangt visjes; vrij zeldzaam [N 09 (1961)] III-4-1
ijver ijver: iever (Voerendaal) toewijding aan zijn werk [ijver, iever] [N 85 (1981)] III-1-4
ijverig ijverig: ieverig (Voerendaal) met ijver vervuld [ijverig, nijver, nijverig, noest, vlijtig, grif] [N 85 (1981)] III-1-4
ijzen griezelen: griezele (Voerendaal) vervuld worden van afgrijzen, iets heel erg afschuwelijk vinden [ijzen, schruwen, grijzelen, grillen] [N 85 (1981)] III-1-4
ijzeren gaffel, oogstgaffel gaffel: gafǝl (Voerendaal), hooigaffel: [hooi]gafǝl (Voerendaal) Twee- of drietandige ijzeren vork, met lange, enigszins gebogen tanden en een lange houten steel, gebruikt om hooi of korenschoven op te steken en op de wagen te laden. Zie afbeelding 10, b. Voor het voorkomen van de term riek en van varianten van het type gāfel, zie de toelichting bij het lemma ''houten gaffel''. Voor de fonetische documentatie van het woorddel (hooi) zie het lemma ''hooi''.' [N 18, 27; JG 1a, 1b; A 28, 2; L 1 a-m; L 16, 18a; L B2, 241; Lu 6, 2; S 9; Wi 3; Av 1 III 5a, b; monogr.] I-3
ijzeren versteviging van de rijn metnemer: metnømǝr (Voerendaal) mǝr Q 112; %%de twee verhoogde stukken ijzer van de viertakrijn%% wangen: wa [N O, 15e] II-3
in de doodskist leggen inzerken: inzérreke (Voerendaal), izérreke (Voerendaal) een dode in de doodskist leggen [lichteren, kisten] [N 87 (1981)] III-2-2
in de lucht naaien in de locht naaien: en dǝ lox nēǝ (Voerendaal) Zonder de steun van de knieën naaien. Dit is slecht voor lendenen en rug. [N 59, 71b] II-7
in de moestuin werken in de gaarde werken: in der gaard wirke (Voerendaal) [N P (1966)] I-7