20383 |
in ondertrouw gaan |
laten aanschrijven:
laote aansjrīēve (Q112p Voerendaal)
|
aangifte doen bij de ambtenaar van de burgerlijke stand, waarbij de aanstaande echtgenoten elkaar verklaren dat zij met elkaar een huwelijk willen aangaan; in ondertrouw gaan [verscholen, ondertrouwen, ondertrouw doen, aantekenen] [N 87 (1981)]
III-2-2
|
18812 |
informeren (onoverg.) |
informeren:
informere (Q112p Voerendaal)
|
inlichtingen inwinnen over iets [zich naar iets erkondigen] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
18849 |
ingetogen |
bedaard:
bedaard (Q112p Voerendaal)
|
zich onthoudend van buitensporigheden of uitspattingen, niet opzichtig [stil, bedaard, stemmig, ingetogen] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
17701 |
ingewanden |
darmen:
derm (Q112p Voerendaal)
|
ingewanden [N 10a (1961)]
III-1-1
|
19271 |
ingrijpen |
tussenbeide komen:
tössje bei komme (Q112p Voerendaal)
|
met gezag en kracht tussenbeide komen [roffen, ingrijpen] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
21414 |
inktpot |
inktkoker:
inkkoaker (Q112p Voerendaal)
|
inktpot [DC 14 (1946)]
III-3-1
|
25607 |
inschieten |
inzetten:
enzɛtǝ (Q112p Voerendaal)
|
Het deegbrood in de oven plaatsen. Een bij het werkwoord opgegeven object "brood", "deeg" e.d. wordt niet gedocumenteerd evenmin de bepaling "in de oven". [N 29, 45a; L 40, 13b; N 29, 30b; monogr.; OB 2, 2d]
II-1
|
34001 |
inspannen |
voorspannen:
vȳǝršpanǝ (Q112p Voerendaal)
|
Het opgetuigde paard voor een kar met berries spannen. Men plaatst het tussen de berries, waaraan de draagriem, de brede buikriem, en de strengen worden vastgemaakt. Voor andere voer- en landbouwwerktuigen wordt het paard niet in- maar aangespannen. De term inspannen werd echter ook enkele keren in de hier behandelde betekenis opgegeven. [JG 1b; N 8, 98a; RND 74]
I-10
|
25589 |
invetten |
smeren:
šmīrǝ (Q112p Voerendaal)
|
Blik, vorm of plaat invetten om aankleven van het deeg te voorkomen. [N 29, 38a; monogr.]
II-1
|
25622 |
inzakken |
zak in het brood:
zak en ǝt bruǝt (Q112p Voerendaal)
|
Het inzakken van het brood op de plaats waar een stuk onrijp deeg zit. Er komen verschillende grammaticale categorieën voor in dit lemma. [N 29, 68b]
II-1
|