e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Voerendaal

Overzicht

Gevonden: 2119
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
koorbank koorbank: kōērbank (Voerendaal) Een koorbank: bank in het koorgestoelte. [N 96A (1989)] III-3-3
koorts fieber (du.): fi.bər (Voerendaal) koorts [RND] III-1-2
kop kop: kop (Voerendaal) [N 76, 11; monogr.] I-12
kopen kopen: k--pə (Voerendaal) kopen (geen context) [DC 37 (1964)] III-3-1
koppelen aaneenkoppelen: aanein-koppele (Voerendaal), koppelen: koppele (Voerendaal) koppelen; twee personen tot een huwelijk met elkaar brengen [lappen, koppelen] [N 87 (1981)] III-2-2
koppig koppig: köppig (Voerendaal) vasthoudend aan eigen wil of inzicht [koppig, steeg, kop] [N 85 (1981)] III-1-4
koppig zijn bokken: bokke (Voerendaal) koppig zijn, steeds vasthoudend aan eigen wil of inzicht [bokken, koppen] [N 85 (1981)] III-1-4
kopriem frontriem: frontrēm (Voerendaal) Evenals bij de halster is er aan het hoofdstel een kopriem. Bij de halster ligt de kopriem achter de oren van het paard, waar hij bij het hoofdstel vóór de oren over het voorhoofd van het paard loopt. Bij enkele opgaven is het vaak niet uit te maken of het om de vorm kieuwriem of kiefriem gaat. Gekozen werd voor de vorm kief. [JG 1a; N 13, 25] I-10
kort stikken op het kantje stikken: op ǝt kɛ̄ntjǝ štekǝ (Voerendaal) Smal ten opzichte van de kant stikken. [N 59, 56] II-7
kortademig kort: kot va oam (Voerendaal) kortademig [kort, kortborstig, dempig] [N 10a (1961)] III-1-2