e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Voerendaal

Overzicht

Gevonden: 2119
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
kragenblok kragenblok: krāgǝblǫk (Voerendaal) Voor het strijken van de kraag gebruikt men het kragenblok. Het kragenblok dient ook voor het inpersen van borststukken, het gladmaken van korte vlakten en het platpersen van kleine naden (Gerritse, pag. 34). De informant van L 417 zegt de kragen op de tafel te strijken. De informant van Q 83 vermeldt dat het heel lang geleden is dat hij een kragenblok heeft zien gebruiken. Er bestaan alleen houten kragenblokken. Zie ook het lemma ɛpersplankɛ.' [N 59, 19e] II-7
kramsvogel kram: kram (Voerendaal), krammes: krammes (Voerendaal, ... ) kramsvogel || kramsvogel (25 groter dan koperwiek [021]; vaak in diens gezelschap; heeft grijze kop en stuit; ook alleen wintervogel; roep [tjak-tjak-tjak] [N 09 (1961)] III-4-1
krant gazet (<fr.): gezèt (Voerendaal) een dagelijks verschijnend drukwerk ter verspreiding van nieuws en wetenswaardigheden en tot voorlichting van het publiek [gazet, krant, courant, journaal, dagblad] [N 87 (1981)] III-3-1
krentenbol krentenbol: krintebolle (Voerendaal) verschillende soorten broodjes [N 29 (1967)] III-2-3
krentenbrood krentenbrood: krinte broeëd (Voerendaal) brood waarin krenten gebakken worden [N 29 (1967)] III-2-3
krentenbroodje hanekam: hanekem (Voerendaal) verschillende soorten broodjes [N 29 (1967)] III-2-3
kreunen kermen: kerme (Voerendaal) een zacht klagend geluid maken [kreunen, kermen, krengen, steunen, kriepen, kruchen] [N 85 (1981)] III-1-4
kroeshaar kroezelenhaar: kroezele hoar (Voerendaal) kroeshaar [N 10 (1961)] III-1-1
krom, met bochten krom: kro͂mp (Voerendaal) krom (kromp, slom) [DC 35 (1963)] III-4-4
kromme lat kromme lat: krom lat (Voerendaal) Een gebogen lat die men gebruikt bij het tekenen en uitmeten van het patroon. Deze moet zo gebogen zijn dat daarlangs kanten van schoot en revers gemakkelijk getrokken worden. De lat is bij voorkeur gemaakt van een niet splinterende houtsoort (Gerritse, pag. 19). Zie afb. 4. [N 59, 3b] II-7