32921 |
rij, wiers |
rij:
rē̜ (P192p Voort)
|
De langwerpige heuveltjes of stroken waarin het nog niet geheel droge hooi wordt bijeengeharkt voordat het op hopen wordt gebracht. [N 14, 101; JG 1b, 2c en Goossens 1963; A 10, 19; A 16, 2; L 38, 37; monogr.]
I-3
|
28973 |
rijgen |
trochelen:
troxǝlǝ (P192p Voort)
|
Het voorlopig verbinden van een of twee delen aan elkaar met de rijgsteek, op tafel of op de hand. [N 59, 52b; N 59, 51a; N 59, 51b; N 62, 6; N 62, 7; L 1a-m; L 1u, 41; L B1, 75; Gi 1.IV, 19; MW; S 7; monogr.]
II-7
|
21597 |
rijke lieden |
rijke mensen:
rijke minse (P192p Voort)
|
Rijke lieden [ZND 30 (1939)]
III-3-1
|
21474 |
rijkswachter |
gendarme (fr.):
enne jeanderm (P192p Voort)
|
Gendarm, rijkswachter. [ZND 35 (1941)]
III-3-1
|
33509 |
rijshout, bonenstaak |
erwtenrijs:
eͅrtərēͅ.s (P192p Voort)
|
Erwtenrijzers, twijgen waartegen bepaalde erwten groeien [Goossens 1b (1960)]
I-7
|
33978 |
rijzadel |
rijzadel:
rē̜.zǭǝl (P192p Voort)
|
Zadel dat gebruikt wordt bij het berijden van een paard. [JG 1a, 1b]
I-10
|
33084 |
rijzen, uit de aren vallen |
(het is) rijs:
rø̜s (P192p Voort),
rijzen:
ręi̯zǝ(n) (P192p Voort),
uitvallen:
ǭǝ.t˱valǝ (P192p Voort)
|
Het uit de aren vallen van de graankorrels, wanneer het graan goed droog is en op de wagen getast wordt. ''tasser op de wagen'' (5.1.5). In L 286 en 288 voegt men toe dat dergelijk koren rijskoren (riskōrǝ) wordt genoemd. De laatste drie uitdrukkingen betekenen zoveel als: "het koren is zo droog dat de korrels uit de aren vallen". Naar de fonetische verschijningsvorm zouden de uitdrukkingen (het is) rijs echter ook persoonsvormen van het werkwoord rijzen kunnen zijn.' [N 15, 53; JG 1a, 1b, 2c; L 32, 41; monogr.]
I-4
|
29911 |
ringen |
ringen:
ręŋǝ (P192p Voort),
trompen:
tro.mpǝ (P192p Voort
[(ouder)]
)
|
Het varken een ring in de neus zetten om het het wroeten te beletten. [JG 1a, 1b, 1c, 2c; N 70, 9; N 19, 26; N 19, 26, Q 98 add.; monogr.]
I-12
|
33582 |
ringen, randen verwijderen van peulvruchten |
ringen aftrekken:
reͅŋ ōͅ.ftreͅkə (P192p Voort)
|
[Goossens 1b (1960)]
I-7
|
33478 |
rode aalbes |
jansberen:
verzamelfiche, ook mat. van ZND01, u en ZND02, 4
jazəbe:rə (P192p Voort),
rode jansberen:
verzamelfiche, ook mat. van ZND01, u en ZND02, 4
rōjə jasəbēr (P192p Voort)
|
aalbes [ZND 01 (1922)] || rode aalbes [ZND 01 (1922)]
I-7
|