17621 |
gehemelte |
hemel:
hiemel (P192p Voort)
|
het gehemelte van de mond [ZND 35 (1941)]
III-1-1
|
21317 |
gehucht |
gehucht:
gəøjX (P192p Voort)
|
gehucht [ZND 01 (1922)]
III-3-1
|
17960 |
gehurkt zitten |
op de hukken zitten:
op gaen hokə zitə (P192p Voort)
|
hurken [ZND 01 (1922)]
III-1-2
|
27539 |
geit |
geit:
gei̯.t (P192p Voort)
|
Geit in het algemeen. Ten aanzien van germ merken enkele informanten (L 292 (Heythuysen), Q 99 (Meerssen), 111* (Ransdaal)) op dat hiermee een vrouwelijke geit wordt bedoeld. Zie afbeelding 7. [N 77, 74; L 14, 32; A 9, 20; JG 1a, 1b; Wi 7; NE I, 16; AGV, m3; Gwn 5, 13; Vld.; monogr.; S, Q 105 add.; S 10, add.]
I-12
|
33401 |
geitestal |
geitestal:
gēǝtǝ[stal] (P192p Voort)
|
De ruimte in de stal waar de geiten zich bevinden. Zie voor de fonetische documentatie van het woorddeel (stal) het lemma "stal" (2.1.2). [L 38, 29; A 10, 9g; monogr.]
I-6
|
24483 |
geknotte wilg |
tjonk:
tjönk (P192p Voort, ...
P192p Voort)
|
knotwilg [ZND 36 (1941)] || knotwilg (de boom, vooral een wilg, waarvan de takken afgehakt werden en waarop dan dunne twijgen uitschieten. Ze staan vooral langs sloten) [ZND 36 (1941)]
III-4-3
|
17580 |
gekruld haar |
krullen:
krollen (P192p Voort)
|
hij heeft gekruld haar [ZND 35 (1941)]
III-1-1
|
21274 |
geld |
centen:
ich bn mn centen kwijt (P192p Voort),
geld:
djee mūt geld hebbe om te kùnne betale (P192p Voort),
hēͅ eͅs vāər zenə jas en mūər hør gelt, vāər z`n koi en vaər zeͅnən hont (P192p Voort),
mūər, beͅ wjēͅ mot iX gelt halə (P192p Voort),
Xelt (P192p Voort)
|
geld [ZND 44 (1946)] || Hier is vader zn jas en moeder haar geld; vader zn doe en vader zn hond [ZND 44 (1946)] || Hoe zegt ge in uw dialect: "ge moet geld hebben om kunnen te betalen"of "ge moet geld hebben om te kunnen betalen"? De gehele uitdrukking weergeven. [ZND 36 (1941)] || Ik ben mijn geld kwijt [ZND 29 (1938)] || Moeder, bij wie moet ik geld halen ? [ZND 44 (1946)]
III-3-1
|
23206 |
geloof |
geloof:
gəlo:f (P192p Voort)
|
Geloof. [ZND 01 (1922)]
III-3-3
|
23207 |
geloven |
geloven:
geleuven (P192p Voort),
gəløvə (P192p Voort, ...
P192p Voort)
|
Geloven. [ZND 01 (1922)], [ZND 35 (1941)]
III-3-3
|