19632 |
kussensloop |
kussenkleed:
køͅsəklēt (P192p Voort, ...
P192p Voort,
P192p Voort),
tijk:
tīk (P192p Voort, ...
P192p Voort,
P192p Voort)
|
de kussensloop (waarin het hoofdkussen wordt gestoken) [ZND 17 (1935)] || kussensloop [ZND 01 (1922)] || kussensloop; overtrek van een hoofdkussen [ZND 02 (1923)]
III-2-1
|
19314 |
kwaadspreekster |
kwaaitong:
kooëtong (P192p Voort)
|
vrouw die gaarne kwaadspreekt [ZND 29 (1938)]
III-1-4
|
18981 |
kwaadspreker |
kwaaitong:
kōətoͅŋ (P192p Voort)
|
kwaadspreker [ZND 01 (1922)]
III-1-4
|
24341 |
kwaken |
kweken:
(de eend) kwęǝkt (P192p Voort)
|
Roepen, gezegd van de eenden. [L 37, 8b]
I-12
|
19104 |
kwalijk nemen |
het kwaad opnemen:
ook materiaal znd 29, 19
koeët (opgenomen) (P192p Voort)
|
kwalijk [ZND 01 (1922)]
III-1-4
|
24201 |
kwartel |
kwakkel:
kwakkel (P192p Voort, ...
P192p Voort)
|
kwartel [ZND 01 (1922)], [ZND 29 (1938)]
III-4-1
|
24880 |
kweek |
pettem:
pɛtǝm (P192p Voort)
|
Elymus repens (L.) Gould Zeer algemeen voorkomend hardnekkig onkruid op gras- en bouwland en op akkerranden, dat er grasachtig uitziet met een rechtopstaande aar en donker- tot grijsgroen blad. Het bloeit van juni tot augustus. De lengte varieert van 30 tot 120 cm. Het is een lastig kruipend onkruid met veel onderaardse wortelstokken, die wel als veevoeder gebruikt worden. De boer verwijdert het met de eg uit de akker. Deze plant is ook wel bekend onder de oude naam kweekgras of tarwegras (Triticum repens L.). Zie in verband met de vele puin-opgaven de speciale bibliografie onder Goossens 1985; 1987 en 1988, 109-126. [N 11, 71; JG 1a, 1b, 2c; A 27, 24b; A 28, 10; A 29, 6 en 9; A 33, 17; L 34, 52; L 48, 18; Lu 2, 18; Lu 4, 9; S 20; monogr.; add. uit N 11, 70, 72, 80a en 88]
I-5
|
33552 |
kweepeer |
kweekpeer:
kweekpeer (P192p Voort)
|
[ZND 29 (1938)]
I-7
|
19105 |
kwezel |
kwezel:
kwe:zəl (P192p Voort),
wa’n kwezel (P192p Voort)
|
Kwezel. [ZND 01 (1922)] || Wat een kwezel! [ZND 29 (1938)]
III-3-3
|
19980 |
kwispelstaarten |
be zijn staart houwen:
bè zene stat hooën (P192p Voort),
kwispelen:
kwe:spələ (P192p Voort)
|
kwispelstaarten [ZND 29 (1938)]
III-2-1
|