e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Vorsen

Overzicht

Gevonden: 1250
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
papperig, opgeblazen persoon dikzak: dikzak (Vorsen), papzak: papzak (Vorsen) Dik, pafferig (papperig, vet, maf). [N 109 (2001)] III-1-1
parel parel: parel (Vorsen) Parel. Sieraad van de pareloester of –mossel met hoge waarde [parel, paarlemoer] [N 114 (2002)] III-1-3
paren van de duiven paren: pōͅwərə (Vorsen) Paren [van de duiven]. [Goossens 1b (1960)] III-3-2
parfum parfum: parfu (Vorsen) Parfum. Reukstof in geconcentreerde vorm [parfum, odeur, reuksel] [N 114 (2002)] III-1-3
pasgeboren kalf kalfje: [kalfje] (Vorsen) [N 3A, 15 en 20; N C, 6; JG 1a, 1b; monogr.] I-11
passen mikken: mikke (Vorsen) Passen. Nauwkeurig sluiten, goed staan, gezegd van kleding [passen, mikken] [N 114 (2002)] III-1-3
pastoor pastoor (<lat.): pstu:ər (Vorsen) pastoor [RND] III-3-3
pater pater (lat.): poͅ:ətər (Vorsen) pater [RND] III-3-3
penis schip: chip (Vorsen) [N 10c (1995)] III-1-1
periode van de ijsheiligen ijsheiligen: de ijëshèllige (Vorsen) de periode van de ijsheiligen, 11-14 mei; op deze dagen kan het zeer koud zijn [N 112 (2006)] III-3-2