| 17953 |
pootjebaden |
plenzen:
plense (P227p Vorsen)
|
Met blote voeten door plassen lopen (platsen, plensen, kneipen). [N 109 (2001)]
III-1-2
|
| 22660 |
poppenspel |
poppenspel:
ë pouppëspèl (P227p Vorsen)
|
de voorstelling waarin de rollen niet gespeeld worden door mensen maar door marionetten [poesjenellespel] [N 112 (2006)]
III-3-2
|
| 21203 |
postbode |
facteur (fr.):
faktør (P227p Vorsen)
|
postbode [RND]
III-3-1
|
| 33171 |
poten |
planten:
plā.ntǝ (P227p Vorsen),
poten:
pūǝtǝ (P227p Vorsen)
|
De kleine steuntjes die zich aan de onderkant van de berries bevinden en waarop het draagvlak van de kruiwagen kan rusten. [N 18, 99, add; JG 1a; JG 1b] || In dit lemma staan de algemene benamingen voor het planten van de pootaardappelen bijeen. [N 12, 10; N 15, 1b en 1c; JG 1a, 1b, 1c, 2c; A 20, 1a; A 23, 17d.I; Lu 1, 17d.I; Wi 43; monogr.; add. uit N 12, 15; N M, 18a en 18b]
I-13, I-5
|
| 27074 |
praam |
proom:
prōm (P227p Vorsen)
|
Neusknijper om het paard in bedwang te houden. Een praam bestaat uit een houtje met een lus eraan, die rond de bovenlip van het paard wordt gelegd en met het houtje wordt aangedraaid. Er bestaan ook metalen neusknijpers met deze functie (zie o.a. de termen muilijzer, tandijzer en gebitijzer). [JG 1b, 1c, 2c; N 13, 85; N 33, 377 en 380; S 28; monogr.]
I-10
|
| 21006 |
prei |
poor:
poͅur (P227p Vorsen)
|
[Goossens 1b (1960)]
I-7
|
| 22862 |
prijzen (mv.) |
prijzen:
prɛ:zə (P227p Vorsen)
|
prijzen (mv.) [RND]
III-3-2
|
| 18221 |
pronken |
stoefen:
stoufe (P227p Vorsen)
|
Pronken, prijken. In het oog lopend opgeschikt, in het openbaar zich voordoen, pralen [stoefen, spiegelen, stansen] [N 114 (2002)]
III-1-3
|
| 22310 |
proppenschieter |
chouket:
/
choukè (P227p Vorsen)
|
/ [SND (2006)]
III-3-2
|
| 20456 |
prostituée |
hoer:
hoer (P227p Vorsen)
|
prostituée, publieke vrouw [hoer, lichtvink, deerne, blaar] [N 115 (2003)]
III-2-2
|