| 17770 |
nagel |
nagel:
nāōgĕl (Q172p Vroenhoven),
nōͅgəl van n vīnger (Q172p Vroenhoven)
|
[ZND 30 (1939)]
III-1-1
|
| 32986 |
nagewas |
naschaar:
nǭšǭr (Q172p Vroenhoven)
|
Het tweede gewas dat op een veld wordt geteeld nadat men er eerder al geoogst heeft. Bamis is een verkorting van ''Bavo-mis'', ofwel 1 oktober, feest van Sint Bavo; het heeft dan ook de betekenis van "herfst". Vergelijk het lemma ''zaaien, van nagewas'' (2.3). [JG 1a, 1b; monogr.]
I-4
|
| 32955 |
nagras, tweede hooioogst |
achtermaad:
ā.tǝrmǭt (Q172p Vroenhoven),
groe(n)maad:
grǫmǝrt (Q172p Vroenhoven),
grǫmǝt (Q172p Vroenhoven),
nagras:
nǫgrās (Q172p Vroenhoven)
|
De opbrengst van de tweede maal dat er gehooid wordt, doorgaans eind augustus; zie de algemene toelichting bij deze paragraaf (''nagras''). [N 14, 128b, JG 1a, 1b en 2b; A 4, 26a; A GV, 2Gr.; L B2, 345; L 5, 8; L 14, 15; Gwn 7, 10; Wi 58; S 25; monogr.]
I-3
|
| 18909 |
nauwgezet; nauwgezet persoon |
correct:
krék (Q172p Vroenhoven)
|
Hij is op zijn punt - sekuur (a.gezegd v.e. persoon; b.v.e. werk) [RND]
III-1-4
|
| 17629 |
nek |
hals:
hā.ls (Q172p Vroenhoven),
nak:
nak (Q172p Vroenhoven)
|
Zie afbeelding 2.12. [JG 1a, 1b]
I-9
|
| 17905 |
nemen, pakken |
nemen:
numme (Q172p Vroenhoven, ...
Q172p Vroenhoven),
nŭmme (Q172p Vroenhoven),
pakken:
pakke (Q172p Vroenhoven)
|
nemen [ZND 25 (1937)]
III-1-2
|
| 34154 |
niet drachtig |
muntig:
mø̄ntǝx (Q172p Vroenhoven)
|
[JG 1a, 1b; Gwn V, 4; monogr.]
I-11
|
| 21104 |
niet lekker vinden |
niet eten:
verzamelfiche ook mat. van ZND 1 (a-m)
uat (Q172p Vroenhoven),
verzamelfiche ook mat. van ZND 1 (a-m)met lengtetekens op de ee
èèt (Q172p Vroenhoven)
|
lusten (die soep lust ik niet) [ZND 30 (1939)]
III-2-3
|
| 21401 |
niks waard |
niks waard:
niks jet (Q172p Vroenhoven, ...
Q172p Vroenhoven)
|
Hoe zegt men van iets dat geen waarde heeft? (dat is geen ... waard). [ZND 28 (1938)]
III-3-1
|
| 19455 |
noodbed, kermisbed |
paljas:
paljas (Q172p Vroenhoven)
|
noodbed, kermisbed [ZND 40 (1942)]
III-2-1
|