e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Vroenhoven

Overzicht

Gevonden: 1550
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
huishouden huishouden: hushāu̯ə (Vroenhoven), hūshau̯ə (Vroenhoven) Wat een armzalig huishouden [ZND 32 (1939)] III-2-1
huismus, mus mus: møͅš (Vroenhoven, ... ) mus [ZND 01 (1922)], [ZND 14 (1930)] III-4-1
huiveren beven: bēvə (Vroenhoven), bēͅvə (Vroenhoven), bibbelen: Minder freq.  bŭbĕlĕ (Vroenhoven), rijdelen: rĕi-jĕlĕ (Vroenhoven), rí-jĕlĕ (Vroenhoven) Huiveren (beven, rillen van de kou of van schrik) [ZND 21 (1936)] || huiveren (beven, rillen van de kou of van schrik) [ZND 27 (1938)] III-1-2
huurhuis gehuurd huis: geheurt hoes (Vroenhoven), gəhōərt hūəs (Vroenhoven) huurhuis [ZND 27 (1938)] III-2-1
huurpenning meepenning: meerpenning (Vroenhoven) Hoe noemt men de huurpenning (geldstuk door boeren aan dienstpersoneel gegeven bij t huren)? [ZND 16 (1934)] III-3-1
iemands overlijden aanzeggen op iemands begrafenis noden: znd 32, 71;  op īēmes begraofenis nujə (Vroenhoven), verzoeken: znd 32, 71; "de liehen -  verzeuken (Vroenhoven) de buren en kennissen op iemands begrafenis uitnodigen [ZND 32 (1939)] III-2-2
ijzeren gaffel, oogstgaffel gaffel: ga.fǝl (Vroenhoven) Twee- of drietandige ijzeren vork, met lange, enigszins gebogen tanden en een lange houten steel, gebruikt om hooi of korenschoven op te steken en op de wagen te laden. Zie afbeelding 10, b. Voor het voorkomen van de term riek en van varianten van het type gāfel, zie de toelichting bij het lemma ''houten gaffel''. Voor de fonetische documentatie van het woorddel (hooi) zie het lemma ''hooi''.' [N 18, 27; JG 1a, 1b; A 28, 2; L 1 a-m; L 16, 18a; L B2, 241; Lu 6, 2; S 9; Wi 3; Av 1 III 5a, b; monogr.] I-3
in een beek baden baden: bōͅije (Vroenhoven) In een beek baden. [ZND 33 (1940)] III-3-2
ingezouten gezouten: gǝzātǝ (Vroenhoven), ingezouten: īngǝzātǝ (Vroenhoven) Dit lemma sluit volledig aan bij het lemma ''het vlees conserveren''. In de Leuvense vragenlijsten 1a-m en 27 werd naar het begrip "ingezouten" gevraagd. Deze twee vragen worden hier als apart lemma gehonoreerd. [L 1a-m; L 27, 40; Veldeke 22, 67] II-1
inhalen opzij uitgaan: ǫp˲zęi̯ ū.t˲guǝ.n (Vroenhoven) Gaan twee karren achter elkaar en gaat de laatste vlugger vooruit dan de eerste, dan zal ze haar voorganger inhalen. [JG 1a, 1b] I-10