| 19673 |
huishouden |
huishouden:
hushāu̯ə (Q172p Vroenhoven),
hūshau̯ə (Q172p Vroenhoven)
|
Wat een armzalig huishouden [ZND 32 (1939)]
III-2-1
|
| 24172 |
huismus, mus |
mus:
møͅš (Q172p Vroenhoven, ...
Q172p Vroenhoven)
|
mus [ZND 01 (1922)], [ZND 14 (1930)]
III-4-1
|
| 17997 |
huiveren |
beven:
bēvə (Q172p Vroenhoven),
bēͅvə (Q172p Vroenhoven),
bibbelen:
Minder freq.
bŭbĕlĕ (Q172p Vroenhoven),
rijdelen:
rĕi-jĕlĕ (Q172p Vroenhoven),
rí-jĕlĕ (Q172p Vroenhoven)
|
Huiveren (beven, rillen van de kou of van schrik) [ZND 21 (1936)] || huiveren (beven, rillen van de kou of van schrik) [ZND 27 (1938)]
III-1-2
|
| 19886 |
huurhuis |
gehuurd huis:
geheurt hoes (Q172p Vroenhoven),
gəhōərt hūəs (Q172p Vroenhoven)
|
huurhuis [ZND 27 (1938)]
III-2-1
|
| 21333 |
huurpenning |
meepenning:
meerpenning (Q172p Vroenhoven)
|
Hoe noemt men de huurpenning (geldstuk door boeren aan dienstpersoneel gegeven bij t huren)? [ZND 16 (1934)]
III-3-1
|
| 20444 |
iemands overlijden aanzeggen |
op iemands begrafenis noden:
znd 32, 71;
op īēmes begraofenis nujə (Q172p Vroenhoven),
verzoeken:
znd 32, 71; "de liehen -
verzeuken (Q172p Vroenhoven)
|
de buren en kennissen op iemands begrafenis uitnodigen [ZND 32 (1939)]
III-2-2
|
| 32907 |
ijzeren gaffel, oogstgaffel |
gaffel:
ga.fǝl (Q172p Vroenhoven)
|
Twee- of drietandige ijzeren vork, met lange, enigszins gebogen tanden en een lange houten steel, gebruikt om hooi of korenschoven op te steken en op de wagen te laden. Zie afbeelding 10, b. Voor het voorkomen van de term riek en van varianten van het type gāfel, zie de toelichting bij het lemma ''houten gaffel''. Voor de fonetische documentatie van het woorddel (hooi) zie het lemma ''hooi''.' [N 18, 27; JG 1a, 1b; A 28, 2; L 1 a-m; L 16, 18a; L B2, 241; Lu 6, 2; S 9; Wi 3; Av 1 III 5a, b; monogr.]
I-3
|
| 22786 |
in een beek baden |
baden:
bōͅije (Q172p Vroenhoven)
|
In een beek baden. [ZND 33 (1940)]
III-3-2
|
| 25447 |
ingezouten |
gezouten:
gǝzātǝ (Q172p Vroenhoven),
ingezouten:
īngǝzātǝ (Q172p Vroenhoven)
|
Dit lemma sluit volledig aan bij het lemma ''het vlees conserveren''. In de Leuvense vragenlijsten 1a-m en 27 werd naar het begrip "ingezouten" gevraagd. Deze twee vragen worden hier als apart lemma gehonoreerd. [L 1a-m; L 27, 40; Veldeke 22, 67]
II-1
|
| 34012 |
inhalen |
opzij uitgaan:
ǫp˲zęi̯ ū.t˲guǝ.n (Q172p Vroenhoven)
|
Gaan twee karren achter elkaar en gaat de laatste vlugger vooruit dan de eerste, dan zal ze haar voorganger inhalen. [JG 1a, 1b]
I-10
|