e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Vrusschemig

Overzicht

Gevonden: 384
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
lopen lopen: wat lups doe hel  loope (Vrusschemig) lopen, gaan; inventarisatie uitdrukkingen; betekenis/uitspraak [N 10 (1961)] III-1-2
luchtpijpen luchtpijpen: de lofpīēpe (Vrusschemig) luchtpijpen [loospiepe] [N 10 (1961)] III-1-1
maag maag: der maag (Vrusschemig) maag [maach, maacht] [N 10 (1961)] III-1-1
mager subtiel: septiel (Vrusschemig) mager [schrepel, schraal] [N 10 (1961)] III-1-1
marmeren beeld beeld: e marmere bild (Vrusschemig) Marmeren beeld. [N 06 (1960)] III-3-2
mathaak zichtehaak: zextǝhǭk (Vrusschemig) Doorgaans licht gebogen ijzeren tand aan een houten steel, die bij het maaien met de zicht gebruikt wordt om het graan bij het eigenlijke inkappen op te tillen en om het afgeslagen graan bij elkaar te trekken. In de volgende plaatsen geen specifieke benaming bekend: L 316, 317, 355, 356, 358, 363, 365, 366, 368, 413. Voor de fonetische documentatie van het woorddeel [zicht]- zie het lemma ''zicht'' (4.3.1). Vergelijk ook de betekeniskaart 30 bij het lemma ''zicht'' (4.3.1) voor de geografische uitbreiding van pik in de betekenis "zicht" naast die van pik in de betekenis "mathaak". Zie afbeelding 5. [N 18, 72 en 73; JG 1a, 1b, 2c; A 14, 10; L 45, 10; R 3, 66; Gwn 7, 5; monogr.; add. uit N 11, 88; N 15, 16c en 16g; A 4, 28; A 23, 16.2; L 20, 28; Lu 1, 16.2] I-4
melktanden melkstanden: milksteng (Vrusschemig) melktanden [zuiktande, zeuktaant, mammetandjes] [N 10 (1961)] III-1-1
merel meling: meling (Vrusschemig) merel (25,5 overal bekend; man zwart met gele bek; pop zwak-gevlekt bruin; mooie zang; kooivogel; vergelijk met spreeuw [031] [N 09 (1961)] III-4-1
merg merg: merg (Vrusschemig) [N 10a (1961)] III-1-1
met grote stappen lopen meteren: metere (Vrusschemig), treden: treène (Vrusschemig) stappen, grote ~ maken [stuppen] [N 10 (1961)] III-1-2