30735 |
verflaag |
laag verf:
lǭx ˲vɛrǝf (Q008p Vucht)
|
Zie kaart. Uitgestreken hoeveelheid verf. [N 67, 77a; L 29, 28b; monogr.]
II-9
|
24614 |
vergeet-mij-nietje |
vergeet-me-nietje:
vergeet-me-nietje (Q008p Vucht)
|
vergeet-mij-nietje [ZND 40 (1942)]
III-4-3
|
18002 |
verkleumd |
verkleumd:
verkleumd (Q008p Vucht)
|
hij was gans verkleumd van de kou [ZND 28 (1938)]
III-1-2
|
18074 |
verkouden |
ik heb een verkoudheid opgelopen of ik heb een kou te pakken. worden er ook uitdrukkingen gebruikt waarin verkouden of verkoudheid ontbreekt, als b.v. ik heb he:
i.x bain vərkaut (Q008p Vucht)
|
Verkoudheid. Op welke wijze wordt dit gewoonlijk uitgedrukt? B.v. Ik ben verkouden [Lk 05 (1955)]
III-1-2
|
18080 |
verkoudheid |
ik heb een verkoudheid opgelopen of ik heb een kou te pakken. worden er ook uitdrukkingen gebruikt waarin verkouden of verkoudheid ontbreekt, als b.v. ik heb he:
[AN]
ik heb een kou te pakken (Q008p Vucht),
kou:
ich hèb een kaw op de borst (Q008p Vucht)
|
Ik heb een kou op de borst. [ZND 22 (1936)] || Verkoudheid. Op welke wijze wordt dit gewoonlijk uitgedrukt? B.v. Ik ben verkouden [Lk 05 (1955)]
III-1-2
|
18226 |
versleten |
versleten:
versleten (Q008p Vucht)
|
verslijten, versleet, versleten (volt.deelw.) [ZND 25 (1937)]
III-1-3
|
34290 |
vertuieren |
voorttuieren:
vōrttȳrǝn (Q008p Vucht)
|
Het verplaatsen van het vee, telkens wanneer een stuk wei is afgegraasd. [L 40, 21b; monogr.]
I-11
|
33756 |
veulen |
veulen:
vø̄.lǝn (Q008p Vucht)
|
Jong paard, gewoonlijk tot de leeftijd van twee en een half jaar. [JG 1a, 1b; A 4, 2d; L 20, 2d; L A1, 262; N 8, 1; Gwn 5, 10; RND 107; S 40; Wi 4; monogr.]
I-9
|
21537 |
vijf centiem |
knabje:
knepke (Q008p Vucht)
|
Bestaat er een dialectnaam voor een stuk van 5 centimes? [ZND 28 (1938)]
III-3-1
|
21538 |
vijfentwintig centiem |
kwartje:
kwaartsje (Q008p Vucht)
|
Bestaat er een dialectnaam voor een stuk van 25 centimes? [ZND 28 (1938)]
III-3-1
|