e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Vucht

Overzicht

Gevonden: 1277
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
inleggen (in een voor) leggen: lęgǝ(n) (Vucht) Voor de fonetische documentatie van de typen poten en planten zie het lemma Poten; het verspreidingsgebied van zetten in dit lemma komt niet overeen met dat in het lemma Poten; het type is hier dan ook gedocumenteerd. [N 12, 11; JG 1a, 1b; monogr.] I-5
inspannen (het paard) in de kar zetten: pē̜rt˱ ǝn ǝ kar zętǝ (Vucht) Het opgetuigde paard voor een kar met berries spannen. Men plaatst het tussen de berries, waaraan de draagriem, de brede buikriem, en de strengen worden vastgemaakt. Voor andere voer- en landbouwwerktuigen wordt het paard niet in- maar aangespannen. De term inspannen werd echter ook enkele keren in de hier behandelde betekenis opgegeven. [JG 1b; N 8, 98a; RND 74] I-10
italiaan italiaan: eën als in het Frans laine  dat eine Italieën (Vucht) Dat is een Italiaan. [ZND 36 (1941)] III-3-1
jeugd, jongelieden jonkheid: jonkheid (Vucht) jeugd, dat is goed voor de jeugd (de jonge lieden) [ZND 36 (1941)] III-2-2
jong dat pas kan vliegen pieper: Beginnen te vliegen.  pi.pərs (Vucht) Vlug jong. [Goossens 1b (1960)] III-3-2
jong dat pluimen begint te krijgen duivelsharen: dy.vəlzōrən (Vucht) Jong dat pluimen begint te krijgen. [Goossens 1b (1960)] III-3-2
jong van een dier jong: joŋk (Vucht) [R 12, 38; S 16; L 1a-m; L 27, 47a; monogr.] I-11
jong varken bag: bak (Vucht), bagje: bɛkskǝ (Vucht) Jong varken in het algemeen. [N 19, 3; N C, add.; L 1a-m; L 3, 2b; L 37, 49a; NE I.12; NE 2.I.9; JG 1a, 1b, 2c; AGV KI; S 3; RND 46 en 84; Vld.; Wi 51; Gwn 5, 12; monogr.] I-12
jonge kip pul: pøl (Vucht) Bedoeld wordt de jonge kip die bijna aan de leg is of net legt. [N 19, 40d; R 14, 23b; R 3, 39; A6, 1b; JG 1a, 1b; L 1a-m; Gwn; Vld.; S 27, add.; monogr.] I-12
jongen jong: jang (Vucht, ... ) jongen (knaap) [ZND 01 (1922)] || jongen; een lamme - [ZND 29 (1938)] III-2-2