e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L214p plaats=Wanssum

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
spek spek: spɛk (Wanssum) spek III-2-3
spekpannenkoek spekkoek: spɛkkūk (Wanssum), Syst. WBD  spekkōēk (Wanssum) Spekpannekoek (spekbraoj?) [N 16 (1962)] || spekpannenkoek III-2-3
spel (alg.) spel: e(n) spEhl (Wanssum) spel [GTRP (1980-1995)] III-3-2
speld spang: spang (Wanssum), speld: spēld (Wanssum) speld III-1-3
spelen (alg.) spelen: speule (Wanssum), Speules: gelegenheid om te spelen.  speule (Wanssum) spelen [GTRP (1980-1995)] || Spelen. III-3-2
spelletje spelletje: spelleke (Wanssum), En spulke kaarte: een spelletje kaarten.  spulke (Wanssum) Spelletje. III-3-2
spenen spenen: spiǝnǝ (Wanssum) Het veulen het zuigen ontwennen. [JG 1a, 1b; N 8, 59] I-9
spier spier: spier (Wanssum) pees, spier [N 10 (1961)] III-1-1
spiertje trekken touwtje trekken: toeke trekke (Wanssum) Strootje of spiertje trekken. III-3-2
spijbelen hegschool houden: heksschool halden (Wanssum) wegblijven van school: Hoe noemt men heimelijk, zonder medeweten van de ouders, ---? [DC 24 (1953)] III-3-1