e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L214p plaats=Wanssum

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
vest vest: vest (Wanssum) vestje: kledingstuk vest III-1-3
vestzakje kamizooltje (<fr.): Ook kamezölke. [NB p. 252: scholkestof, donkere stof voor het maken van schorten, meestal donkerblauw grof linnen]  kamezielke (Wanssum), vestjestas: vestjestes (Wanssum) soort kledingstuk, werkjasje, meestal gemaakt van scholkestóf (z.ald.) || vestzak III-1-3
veulen veulen: vø̄lǝ (Wanssum) Jong paard, gewoonlijk tot de leeftijd van twee en een half jaar. [JG 1a, 1b; A 4, 2d; L 20, 2d; L A1, 262; N 8, 1; Gwn 5, 10; RND 107; S 40; Wi 4; monogr.] I-9
vieren vieren: gəvi:rt (Wanssum) gevierd [RND] III-3-2
vieruursboterham koffiedrinken, het -: ’t koffiedrinke (Wanssum) de maaltijd met brood rond 4 uur [N 07 (1961)] III-2-3
vijl rijf: rīf (Wanssum), vijl: vil (Wanssum) In het algemeen een staafvormig stalen werktuig met inkepingen voor het bewerken, slijpen of gladmaken van harde materialen. Zie ook het lemma ɛvijlɛ in wld II.11, pag. 69. Het materiaal hier vormt een aanvulling op dit lemma.' [S 40; A 14, 12a, add.; monogr.] II-12
vijlen vijlen: vilǝ (Wanssum) Een stuk hout bewerken met de houtvijl. [N 53, 159; A 38, 61; monogr.] II-12
vinger vinger: viŋər (Wanssum) vinger [RND] III-1-1
vingers (spotnamen) fikken: fikke (Wanssum, ... ), klontjesvingers: kluntjesvingers (Wanssum), tien geboden: 10 geboje (Wanssum), de 10 geboden (Wanssum), vijf geboden: vief gebaoje (Wanssum) vingers (spotbenamingen) [pinke, finkels, fikke, pingels, kluntjesvingers, de 10 geboden] [N 10 (1961)] III-1-1
vink boekvink: boekvēēnk (Wanssum), boekvīnk (Wanssum), vink: vīnk (Wanssum) botvink || Hoe heet de vink? [DC 06 (1938)] || vink III-4-1