id | Begrip | Trefwoord: dialectopgave (plaats) | Omschrijving |
---|---|---|---|
22056 | grote duiventeek | teek: Algemene opmerking bij deze vragenlijst: zie ook bijlagevellen met (eventuele) aanvullingen en diverse toelichtingen. tiêk (Wanssum) | Hoe noemt U in Uw dialect de volgende ziekten: grote duiveteek of mijtteek: zuigen bloed s nachts bij broedende vogels. Larven als rode speldeknoppen onder de vleugels en in de hals. [N 93 (1983)] III-3-2 |
25060 | grote hoeveelheid, hoop | berg: bērg (Wanssum), berm: bērm (Wanssum), klomp: ps. boven de ó moet nog een lengteteken staan; deze combinatieletter is niet te maken! klómp (Wanssum), macht: Ien de bèèk zÅØte (zote) visse mit de macht: in de beek zaten zeer veel vissen. macht (Wanssum) | grote hoeveelheid || hoop, ongeordende stapel || vormloze massa III-4-4 |
22504 | grote knikker | bikkel: De stuiters waren van porcelein, van steen, of van gebakken klei. bikkel (Wanssum) | Dikke stuiter. III-3-2 |
22141 | grote mand met diverse onderverdelingen | vakkenmand: Algemene opmerking bij deze vragenlijst: zie ook bijlagevellen met (eventuele) aanvullingen en diverse toelichtingen. én vakkemand (Wanssum) | Hoe heet verder in Uw dialect: een grote mand met diverse hokjes, om het inkorven gemakkelijk te maken? [N 93 (1983)] III-3-2 |
22015 | grote mand met twee verdiepingen | dubbeldekker: Algemene opmerking bij deze vragenlijst: zie ook bijlagevellen met (eventuele) aanvullingen en diverse toelichtingen. ennen dobbeldékker (Wanssum) | Hoe heet verder in Uw dialect: een grote mand met twee verdiepingen? [N 93 (1983)] III-3-2 |
22143 | grote mand waarin de duiven per trein of vrachtwagen vervoerd worden | reismand: Algemene opmerking bij deze vragenlijst: zie ook bijlagevellen met (eventuele) aanvullingen en diverse toelichtingen. reismand (Wanssum) | Hoe heet verder in Uw dialect: de grote manden waarin de duiven per trein of vrachtwagen vervoerd worden? [N 93 (1983)] III-3-2 |
19502 | grote schoonmaak | schoonmaak: de schònmaak is gedaan (Wanssum), schònmaak (Wanssum), wej zien án de schònmaak (Wanssum) | de schonmaak is achter de rug [DC 15 (1947)] || het schoonmaken van het gehele huis, dat in het voorjaar plaats heeft [DC 15 (1947)] || wij zijn aan het schoonmaken [DC 15 (1947)] III-2-1 |
24640 | grote waterweegbree | mierik: cf Heukels sub lepelblad mierk (Wanssum) | lepelbladsoort III-4-3 |
18541 | gulp van een broek | gulp: gö:lp (Wanssum) | gulp III-1-3 |
25142 | guur, kil en schraal weer | schuiverig (weer): schuverig (Wanssum), zuur (weer): zoeër (Wanssum) | guur, kil III-4-4 |