20820 |
ham, hesp |
schink:
sxeͅŋk (L214p Wanssum)
|
ham
III-2-3
|
17661 |
handen (kindernamen) |
handjes:
hendje (L214p Wanssum),
polletjes:
poelekes (L214p Wanssum)
|
hand: kinderwoorden (pol, polleke, poeleke] [N 10 (1961)]
III-1-1
|
17660 |
handen (spotnamen) |
fikken:
fikke (L214p Wanssum),
jatten:
jatte (L214p Wanssum, ...
L214p Wanssum),
klauwen:
klauwe (L214p Wanssum, ...
L214p Wanssum,
L214p Wanssum),
vuisten:
vuust (L214p Wanssum)
|
[N 10 (1961)]
III-1-1
|
18906 |
handig |
handig:
hendig (L214p Wanssum),
händig (L214p Wanssum)
|
handig
III-1-4
|
27222 |
handlanger |
handlanger:
hāntlaŋǝr (L214p Wanssum
[(helper - speciaal bij het metselwerk)]
),
opperman:
upǝrman (L214p Wanssum)
|
Helper van de metselaar. Tot de taken van de handlanger behoren onder meer het aandragen van metselstenen en het klaarmaken van de specie. [N 30, 2a; N 30, 2b; N 30, 2c; N 30, 2d; N 30, 40b; N 30, 45a; N 31, 16b; L B 1, 104; monogr.; div.; Vld]
II-9
|
29922 |
handlangeren |
opperen:
upǝrǝ (L214p Wanssum)
|
De metselaar helpen bij zijn werkzaamheden door onder meer metselstenen aan te dragen en mortel klaar te maken. [N 30, 2b; N 30, 2c; monogr.]
II-9
|
17662 |
handpalm |
palm:
palm (L214p Wanssum)
|
palm van de hand [N 10 (1961)]
III-1-1
|
32872 |
handvatten |
bomen:
būǝm (L214p Wanssum),
knabben:
knabǝ (L214p Wanssum)
|
Beide handvatten van de steel van de zeis te zamen genomen. Zie de algemene toelichting bij deze paragraaf en de toelichtingen bij de lemma''s ''steel van de zeis'', ''bovenste handvat'' en ''onderste handvat''. De opgaven moeten worden gelezen als meervouden of collectiva. [N 18, 67 b en c add.; JG 2c; A 14, 5; L 45, 5]
I-3
|
31701 |
handvatten van de trekzaag |
handvatten:
%%enkelvoud%%
hant˲vat (L214p Wanssum)
|
De twee in het verlengde van het zaagblad van de trekzaag bevestigde handvatten. [N 18, 128a; N 50, 17b]
II-12
|
19566 |
handveger, stoffer |
handveger:
handvèger (L214p Wanssum, ...
L214p Wanssum),
hānt˃vēͅgər (L214p Wanssum)
|
handveger || het voorwerp waarmee vloeren en vloerkleden stofvrij worden gemaakt met stugge haren [DC 15 (1947)] || het voorwerp waarmee vloeren en vloerkleden stofvrij worden gemaakt met zachte haren [DC 15 (1947)]
III-2-1
|