28963 |
vademen |
(de/een) naald(e) vamen:
dǝ nǫlt vɛ̄mǝ (L214p Wanssum)
|
Een draad door het oog van een naald halen. In dit lemma zijn de objecten draad, garen, draad garen, vaam, vaam garen niet gedocumenteerd. [N 59, 68; N 62, 10; L 8, 29; L B1, 76; MW; monogr.]
II-7
|
20330 |
vader |
vad:
fat (L214p Wanssum),
vader:
vader (L214p Wanssum, ...
L214p Wanssum,
L214p Wanssum),
vāder (L214p Wanssum, ...
L214p Wanssum)
|
(vader;) Hoe wordt de vader door de kinderen aangesproken? [DC 05 (1937)] || vader; (Hoe wordt de vader door de kinderen aangesproken?) [DC 05 (1937)] || vader; ik ga met mijn vader naar het land; volw. [DC 12a (1943)] || vader; ik ga met vader naar het land; < 6 jaar [DC 12a (1943)] || vader; ik ga met vader naar het land; ± 10 jaar [DC 12a (1943)]
III-2-2
|
21968 |
valdeur aan duiventil |
sluitklep:
Algemene opmerking bij deze vragenlijst: zie ook bijlagevellen met (eventuele) aanvullingen en diverse toelichtingen.
én sluutklep (L214p Wanssum)
|
Hoe heet de inrichting waardoor de duiven wel het hok binnen kunnen maar niet eruit, of omgekeerd? [N 93 (1983)]
III-3-2
|
19051 |
vals |
vals:
vāls (L214p Wanssum)
|
vals
III-1-4
|
22331 |
vals spelen |
foetelen:
fōētele (L214p Wanssum)
|
Vals spelen.
III-3-2
|
22332 |
valsspeler |
foetelaar:
fōēteler (L214p Wanssum)
|
Valsspeler.
III-3-2
|
34489 |
van veren wisselen |
ruizelen:
rȳzǝlǝn (L214p Wanssum)
|
[N 19, 51; L 6, 20; L 42, 5; L 48, 10; A 26, 8; Lu 2, 10; Lu 4, 8; S 30; JG 1a, 1b, 2a-2, 12, 2c; monogr.]
I-12
|
17824 |
vangen |
vangen:
vange (L214p Wanssum)
|
vangen [DC 02 (1932)]
III-1-2
|
22091 |
vangijzertje, vangklep aan duiventil |
driller:
Algemene opmerking bij deze vragenlijst: zie ook bijlagevellen met (eventuele) aanvullingen en diverse toelichtingen.
triller (L214p Wanssum)
|
Hoe heet een van de daarbij scharnierende draden? [N 93 (1983)]
III-3-2
|
34297 |
varken |
varken:
vērkǝ (L214p Wanssum),
vē̜.rkǝ (L214p Wanssum),
zwijn:
zwęi̯n (L214p Wanssum)
|
Bedoeld wordt een varken in het algemeen, niet geslachtelijk of naar leeftijd onderscheiden. [N 19, 1; N M, 7; N C; N C, add.; RND 46 en 84; L 8, 19; L 8, 32; L mon.; S 39; JG 1a, 1b, 2c add.; R (s]
I-12
|