| 19635 |
brandhout |
brandhout:
brānthōlt (L214p Wanssum)
|
brandhout
III-2-1
|
| 24875 |
brandnetel |
brandnetel:
brand˱nētǝl (L214p Wanssum),
-
brandnetel (L214p Wanssum),
netel:
nētǝl (L214p Wanssum),
-
ne:tele (L214p Wanssum)
|
brandnetel (Urtica L.) [DC 13 (1945)] || Urtica L. Van dit zeer algemeen voorkomende onkruid bestaan er twee soorten: de grote brandnetel (Urtica dioica L.) en de kleine brandnetel (Urtica urens L.), die in praktijk eigenlijk niet van elkaar onderscheiden worden. De grote of groffe, die van 30 cm tot meer dan 2 m lang kan worden en hierbij afgebeeld is, groeit meer op stikstofrijke, vaak halfbeschaduwde vruchtbare gronden en stortplaatsen. De kleine of fijne -van 15 tot 60 cm hoog- meer op droge plaatsen, op bouwland en in moestuinen. Beide soorten hebben brandharen en grofgezaagde bladeren, die bij aanraking een brandend gevoel veroorzaken. De bloemen zien eruit als groenige trosjes, bij de grote tot enkele centimenters lang en hangend, en bloeien van juni, respectievelijk mei, tot de herfst. [A 13, 11; L 1, a-m; L 1u, 24; L 5, 15; L 15, 2; S 5; Gi 1, 14; monogr.; add. uit S 25; JG 1b]
I-5, III-4-3
|
| 19840 |
brandstof |
stokens:
stō̞kəs (L214p Wanssum)
|
hoeveelheid brandstof die iemand bezit om te stoken
III-2-1
|
| 24306 |
brasem |
brassem:
bressem (L214p Wanssum)
|
brasem
III-4-2
|
| 33138 |
breeddorser |
breeddorser:
briǝdǫrsǝr (L214p Wanssum),
dwarsdorser:
dwarsdǫrsǝr (L214p Wanssum)
|
Bij deze dorsmachine werden de schoven dwars, in de breedte, of, anders gezegd, overlangs, in de opening geschoven. Hier gebeurt het eigenlijke dorsen door een molen met latten of wellen. Wompes Pelzer is een Duits fabrikaat breeddorsers, dat nog door paardekracht werd voortbewogen. Zie afbeelding 12. [N 14, 6b; JG 1a, 1b; monogr.]
I-4
|
| 18787 |
breinaald |
breinaald:
breinaold (L214p Wanssum)
|
breinaald
III-1-3
|
| 24475 |
brem |
brem:
brem (L214p Wanssum)
|
brem [Roukens 03 (1937)]
III-4-3
|
| 18392 |
bretel |
galg:
galge (L214p Wanssum),
help:
hèlpe (L214p Wanssum),
lits:
litse (L214p Wanssum)
|
bretels
III-1-3
|
| 21250 |
brief |
brief:
bre.f (L214p Wanssum)
|
brief [RND]
III-3-1
|
| 33840 |
briesen |
pruisten:
prustǝ (L214p Wanssum)
|
Proestend, snuivend of blazend geluid met neus en lippen maken. [JG 1a, 1b; L 1, a-m; L 22, 21; N 8, 66 en 67; S 5]
I-9
|