e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Waterloos

Overzicht

Gevonden: 677
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
koe met gebogen, opgezette rug kromme rug: krǫmǝ rɛx (Waterloos) [N 3A, 145c] I-11
koe met hellend kruis hangende kont: haŋǝdjǝ kǫnt (Waterloos) [N 3A, 145a; monogr.] I-11
koe met lange poten beenman: bē̜i̯nman (Waterloos) [N 3A, 142a] I-11
koe met rode vlek op de poot plekpoot: plękpūt (Waterloos) [N 3A, 138] I-11
koe met slappe, doorgezakte rug zaalrug: zālrøx (Waterloos) [N 3A, 145b] I-11
koe met witte vlek of streep op het voorhoofd bles: blɛs (Waterloos), kol voor de kop: kǭl vīr dǝ kǫp (Waterloos) Zie voor de fonetische documentatie van (koe) het lemma ''koe'' (3.3.1). [N 3A, 135a; N 3A, 136a] I-11
koeherder hoeder: hējǝr (Waterloos) Zie ook het lemma ''koewachter, veeknecht'' (1.3.14) in wld I.6, blz. 23-25. [N 3A, 12b; JG 1a, 1b; monogr.] I-11
koeienmaag pens: pęns (Waterloos) Bedoeld is hier de koeienmaag in haar geheel. [N 3A, 120; A 9, 11] I-11
koeienstand bed: bø̜t (Waterloos) Dat deel van de stal waar de koeien staan en dat gelegen is tussen de stalpalen en de mestgoot of het mestbed. De koeienstand in moderne stallen is iets hoger dan de mestgoot en mestgang er achter, waardoor voorkomen wordt dat de koeien in de mest en gier staan staan of liggen. Sommige woordtypen betreffen de vloer of het soort vloer waar de koeien op staan. De meervoudsvormen hebben doorgaans betrekking op de dubbele stal waar het telkens om twee koeienstanden gaat, die tegenover elkaar geplaatst zijn. Zie afbeelding 10. [N 5A, 40b; N 4, 79; A 10, 9a en 14; Gwn 4, 7; monogr.] I-6
koekenpan braadpan: broͅtpan (Waterloos), koekpan: kōkpan (Waterloos), spekpan: spɛkpan (Waterloos), vleespan: vlēͅi̯span (Waterloos) pot, metalen ~ met steelvormig handvat; inventarisatie benamingen; betekenis/uitspraak [N 20 (zj)] III-2-1