e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Waterloos

Overzicht

Gevonden: 677
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
twintig frank twintig frank: ps. omgespeld volgens Frings. Het -tekentje vóór de "\\x"heb ik letterlijk overgenomen.  twent⁄əx fraŋ (Waterloos) 20 franc, een ~ (wit metaal) [N 21 (1963)] III-3-1
uieren uieren: (de koe) ii̯ǝrt (Waterloos) Een zwellende uier krijgen in de draagtijd, gezegd van de koe. [N 3A, 35; A 9, 16; monogr.] I-11
uit de hand verkopen uit de hand verkopen: ps. omgespeld volgens Frings.  utərhant (Waterloos) Kleinigheden uit de hand verkopen [soelieje?] [N 21 (1963)] III-3-1
uitgeteld zijn uitgeteld zijn: (de koe is) ūtgǝtɛltj (Waterloos) De koe staat op het punt te gaan kalven. [N 3A, 43] I-11
uitslag vertonend brandig: bręnjex (Waterloos) Gezegd van een varken dat lijdt aan de vlekziekte. [N 19, 27b] I-12
unster ponder: om kleinigheden te wegen  pen‧ər (Waterloos) Weeginstrument met hefboomwerking. [N 18 (1962)] III-3-1
vaars rind: rɛnt (Waterloos), vaars: vē̜rs (Waterloos) Jonge koe van ongeveer twee jaar die nog geen kalf heeft gehad of voor de eerste maal kalft. [JG 1a, 1b; A 2, 38; A 4, 11; Gwn V, 6; L 8, 27; L 20, 11; R 3, 37; S 38 en 49; Wi 16; monogr.; add. uit N 3A, 20] I-11
van de leg afraken van de leg af: van dǝ lęk āf (Waterloos) [N 19, 50b; N 19, Q 111 add.; monogr.] I-12
van veren wisselen ruizelen: rizǝlǝ (Waterloos) [N 19, 51; L 6, 20; L 42, 5; L 48, 10; A 26, 8; Lu 2, 10; Lu 4, 8; S 30; JG 1a, 1b, 2a-2, 12, 2c; monogr.] I-12
vangplooi vlim: vlēm (Waterloos) Huidplooi tussen lies en uier. [N 3A, 115] I-11