e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q117a plaats=Waubach

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
gat, opening (mv) loker: twīē. lööker (Waubach) gaten (znw mv) [N 26 (1964)] III-4-4
gaten in de kruim loker: lø̜̄.kǝr (Waubach) De oorspronkelijke vraagstelling in N 29, 69b luidde: "Hoe noemt men de gaten in de kruin van het brood?" Het feit dat dit ''kruin kruim'' moest zijn, heeft de beantwoording niet noemenswaardig be√Ønvloed. [N 29, 69b; N 29, 69a; monogr.] II-1
gauwdief schelm: sjelm (Waubach) een dief die op behendige, listige wijze te werk gaat [gauwdief, schelm] [N 90 (1982)] III-3-1
gebakje gebakje: gebeksjke (Waubach) Gebakje (buntje, taartje, gatoke?) [N 16 (1962)] III-2-3
gebakken aardappelen schijven gebraden: sjīēve gebroane (Waubach) In schijfjes gebakken aardappelen (erpel in de pan, kosjes, petatteschijfkes?) [N 16 (1962)] III-2-3
gebed gebed: e gebed (Waubach), gebed (Waubach) Een gebed, [jebed?]. [N 96B (1989)] III-3-3
gebeden gebeden: gebeë (Waubach), gebeëne (Waubach) De gebeden meervoud. [N 96B (1989)] III-3-3
gebedsweek bidweek: bidweëk (Waubach), gebedsweek: gebedsweëk (Waubach) Een gebedsweek. [N 96B (1989)] III-3-3
gebeier gebeier: t gebeier (Waubach), geluid: t geloed (Waubach) Het gelui, het gebeier van de klok(ken). [N 96A (1989)] III-3-3
gebit gebit: gebit (Waubach), tanden: teng (Waubach) gebit [N 10a (1961)] III-1-1