17560 |
geraamte |
geraams:
gerems (Q117a Waubach)
|
geraamte [N 10a (1961)]
III-1-1
|
18939 |
gereed |
af:
aaf (Q117a Waubach),
vaardig:
veddig (Q117a Waubach),
veehedig (Q117a Waubach),
verdig (Q117a Waubach)
|
gereed, klaar [DC 03 (1934)] || klaar met een handeling die verricht moest worden, een handeling verricht hebbend [af, vaardig, klaar, teneinde, ree, verrig] [N 85 (1981)] || klaar: Als je - bent mag je gaan spelen [DC 35 (1963)]
III-1-4
|
26729 |
gereedschap |
geschier:
gǝšiǝr (Q117a Waubach
[(Laura / Julia)]
[Domaniale]),
getuig:
gǝtsyx (Q117a Waubach
[(Laura / Julia)]
[Willem-Sophia, Domaniale, Wilhelmina])
|
Algemene benaming voor het gereedschap. [N 95, 721; N 95, 724; N 95, 727; monogr.]
II-5
|
28147 |
gereedschap inleveren |
[gereedschap] inleveren:
eliǝvǝrǝ (Q117a Waubach
[(Laura / Julia)]
[Domaniale])
|
Werktuigen bijvoorbeeld voor reparatie inleveren. De plaatselijke term voor "gereedschap" vindt men in het lemma Gereedschap. [N 95, 724]
II-5
|
25591 |
gereedschap waarmee men invet |
lommel:
lumǝl (Q117a Waubach),
pinsel:
pinsǝl (Q117a Waubach)
|
De borstel, lap, vod enz. waarmee olie, vet, boter enz. op bakblik, bakplaat e.d. worden aangebracht. [N 29, 38b]
II-1
|
27322 |
gereedschapskist |
getuigkist:
[getuig]kes (Q117a Waubach
[(Laura / Julia)]
[Domaniale])
|
Kist waarin de mijnwerker zijn materiaal kan opbergen. De "geschierkist" (Q 21) werd op de mijn Maurits gebruikt door de post-stutter. Een gereedschapskist in een pijler werd daar "pinnenkist" genoemd. Voor de fonetische documentatie van de tussen haken geplaatste woorddelen zie men het lemma Gereedschap. [N 95, 704; monogr.]
II-5
|
28146 |
gereedschapsmagazijn |
getuigschop:
gǝtsyxšǫp (Q117a Waubach
[(Laura / Julia)]
[Maurits]),
magazijn:
magǝzīn (Q117a Waubach
[(Laura / Julia)]
[Eisden])
|
Ruimte ondergronds waar het gereedschap aan de mijnwerkers wordt uitgereikt en na gebruik weer wordt opgeborgen. [N 95, 727]
II-5
|
28150 |
gereedschapsring |
geschierhaak:
gǝšīǝrhoǝk (Q117a Waubach
[(Laura / Julia)]
[Emma]),
getuighaak:
[getuig]hoǝk (Q117a Waubach
[(Laura / Julia)]
[Domaniale])
|
Grote metalen ring waaraan het gereedschap dat voorzien is van een gat, kan worden geregen. De gereedschapsring kan met behulp van een hangslot worden afgesloten en wordt uitsluitend in pijlers gebruikt. Volgens invullers uit Q 121 en Q 121c was de "getuigpin" voorzien van een plaatje met daarop het nummer van de mijnwerker. Voor de fonetische documentatie van de tussen haken geplaatste woorddelen zie men het lemma Gereedschap. [N 95, 763; monogr.]
II-5
|
28148 |
gereedschapswerkplaats |
getuigschlosserei:
gǝtsyxšlǫsǝri (Q117a Waubach
[(Laura / Julia)]
[Eisden])
|
Bovengrondse werkplaats waar gereedschap wordt hersteld. [N 95, 728]
II-5
|
25066 |
gering aantal, een paar |
paar:
paar (Q117a Waubach, ...
Q117a Waubach),
zwis:
zwis (Q117a Waubach)
|
een gering aantal [paar] [N 91 (1982)] || paar
III-4-4
|