e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q117a plaats=Waubach

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
geraamte geraams: gerems (Waubach) geraamte [N 10a (1961)] III-1-1
gereed af: aaf (Waubach), vaardig: veddig (Waubach), veehedig (Waubach), verdig (Waubach) gereed, klaar [DC 03 (1934)] || klaar met een handeling die verricht moest worden, een handeling verricht hebbend [af, vaardig, klaar, teneinde, ree, verrig] [N 85 (1981)] || klaar: Als je - bent mag je gaan spelen [DC 35 (1963)] III-1-4
gereedschap geschier: gǝšiǝr (Waubach  [(Laura / Julia)]   [Domaniale]), getuig: gǝtsyx (Waubach  [(Laura / Julia)]   [Willem-Sophia, Domaniale, Wilhelmina]) Algemene benaming voor het gereedschap. [N 95, 721; N 95, 724; N 95, 727; monogr.] II-5
gereedschap inleveren [gereedschap] inleveren: eliǝvǝrǝ (Waubach  [(Laura / Julia)]   [Domaniale]) Werktuigen bijvoorbeeld voor reparatie inleveren. De plaatselijke term voor "gereedschap" vindt men in het lemma Gereedschap. [N 95, 724] II-5
gereedschap waarmee men invet lommel: lumǝl (Waubach), pinsel: pinsǝl (Waubach) De borstel, lap, vod enz. waarmee olie, vet, boter enz. op bakblik, bakplaat e.d. worden aangebracht. [N 29, 38b] II-1
gereedschapskist getuigkist: [getuig]kes (Waubach  [(Laura / Julia)]   [Domaniale]) Kist waarin de mijnwerker zijn materiaal kan opbergen. De "geschierkist" (Q 21) werd op de mijn Maurits gebruikt door de post-stutter. Een gereedschapskist in een pijler werd daar "pinnenkist" genoemd. Voor de fonetische documentatie van de tussen haken geplaatste woorddelen zie men het lemma Gereedschap. [N 95, 704; monogr.] II-5
gereedschapsmagazijn getuigschop: gǝtsyxšǫp (Waubach  [(Laura / Julia)]   [Maurits]), magazijn: magǝzīn (Waubach  [(Laura / Julia)]   [Eisden]) Ruimte ondergronds waar het gereedschap aan de mijnwerkers wordt uitgereikt en na gebruik weer wordt opgeborgen. [N 95, 727] II-5
gereedschapsring geschierhaak: gǝšīǝrhoǝk (Waubach  [(Laura / Julia)]   [Emma]), getuighaak: [getuig]hoǝk (Waubach  [(Laura / Julia)]   [Domaniale]) Grote metalen ring waaraan het gereedschap dat voorzien is van een gat, kan worden geregen. De gereedschapsring kan met behulp van een hangslot worden afgesloten en wordt uitsluitend in pijlers gebruikt. Volgens invullers uit Q 121 en Q 121c was de "getuigpin" voorzien van een plaatje met daarop het nummer van de mijnwerker. Voor de fonetische documentatie van de tussen haken geplaatste woorddelen zie men het lemma Gereedschap. [N 95, 763; monogr.] II-5
gereedschapswerkplaats getuigschlosserei: gǝtsyxšlǫsǝri (Waubach  [(Laura / Julia)]   [Eisden]) Bovengrondse werkplaats waar gereedschap wordt hersteld. [N 95, 728] II-5
gering aantal, een paar paar: paar (Waubach, ... ), zwis: zwis (Waubach) een gering aantal [paar] [N 91 (1982)] || paar III-4-4