17570 |
hoofd |
kop:
kop (Q117a Waubach),
ich how dich op dr kop
kop (Q117a Waubach)
|
[N 10 (1961)]hoofd [DC 01 (1931)]
III-1-1
|
17571 |
hoofd (spotnamen) |
aardappel:
hoot dee irpel biej dich
irpel (Q117a Waubach),
bolles:
bulles (Q117a Waubach),
kiebus:
doe vieze kiebuskop
kiebus (Q117a Waubach),
knikker:
wesj dich dr knikker ins
knikker (Q117a Waubach)
|
[N 10 (1961)]
III-1-1
|
28175 |
hoofd ventilator |
hoofdventilator:
hōfvɛntǝlātǝr (Q117a Waubach
[(Laura / Julia)]
[Domaniale])
|
De ventilator die met de uittrekkende schacht is verbonden en zorgt voor de hoofdventilatie in de ondergrondse werken. Voor de fonetische documentatie van het woorddeel (schacht)- zie men het lemma Schacht. [N 95, 207; monogr.]
II-5
|
23420 |
hoofdaltaar |
hoofdaltaar:
hoofaltoor (Q117a Waubach, ...
Q117a Waubach)
|
Het voornaamste altaar, midden in het priesterkoor [hoogaltaar, hoofdaltaar, hoopaltooër?]. [N 96A (1989)]
III-3-3
|
18187 |
hoofddoek |
plag:
plak (Q117a Waubach),
plaggetje:
pleksjke (Q117a Waubach),
zielwarmer:
zielwermer (Q117a Waubach)
|
hoofddoek dichtgeknoopt onder de kin [plak, pleksek, kopdeuksek, zielewermer] [N 23 (1964)]
III-1-3
|
20767 |
hoofdkaas |
flubbes:
fløbəs (Q117a Waubach),
fløͅbəs (Q117a Waubach),
preskop:
preskop (Q117a Waubach)
|
hoofdkaas [DC 30 (1958)]
III-2-3
|
23305 |
hoofdkap van vrouwelijke religieuzen |
kap:
kap (Q117a Waubach)
|
hoofdkap van vrouwelijke religieuzen [N 25 (1964)]
III-3-3
|
24344 |
hoofdluis |
luis:
lōē.s (Q117a Waubach),
lūū.s (Q117a Waubach)
|
luis (znw enk) [N 26 (1964)] || luis (znw mv) [N 26 (1964)]
III-4-2
|
18059 |
hoofdpijn |
koppijn:
koppieng (Q117a Waubach, ...
Q117a Waubach)
|
hoofdpijn [DC 27 (1955)]
III-1-2
|
32658 |
hoofdplaat |
schuurplaat:
šūrplāt (Q117a Waubach)
|
De hoofd- of zijplaat, ook wel tegenzool of grondweerplaat genoemd, is een terzijde van de ploegzool aangebrachte ijzeren plaat, die niet alleen als versterking van de ploegzool dient, maar ook en vooral de wand van de voor moet glad strijken om te verhinderen dat deze afbrokkelt en er aarde in de ruimte van het ploeglichaam valt. Soms stond deze plaat van boven in verbinding met de ploegboom. Sommige van de onderstaande termen worden ook in het lemma PLOEGBOOMBESLAG aangetroffen. Ze lijken vooral op de versterking van de poegzool te wijzen.
I-1
|