e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q117a plaats=Waubach

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
mestplakken verspreiden flatten spreiden: flatǝ šprei̯i̯ǝ (Waubach) De koemestplakken in de wei met een riek of schop uit elkaar slaan, om te voorkomen dat er zich op die plekken schitbossen vormen. [NM, 8b; N 11A, 40b; div.; monogr.] I-2
mestplank onder de zitstokken mestplank: mɛ ̝splaŋk (Waubach), plank: plaŋk (Waubach) De plank onder de zitplaats van de kippen die dient om de mest op te vangen. In L 245, P 51,174, 222, Q 9, 77, 88, 93 en 118 kende men een dergelijke voorziening niet; daar vielen de uitwerpselen gewoon op de vloer. [N 5A, 63b; A 48, 16g] I-6
mestspade, mestmes schup: šøp (Waubach) Het voorwerp waarmee men het in het vorige lemma bedoelde werk verrichtte. Dit gereedschap werd ook wel gebruikt voor het afsteken van ingekuild veevoeder of geperst hooi. Van de onderstaande termen zijn er vele niet specifiek voor de meststeker: zij noemen een bepaald soort gerei dat ook voor ander werk te gebruiken is. Voor de varianten van mest zij verwezen naar het lemma (stal)mest. [N 18, 15 + 21d; N 5A, 50b; N 11A, 12; monogr.] I-1
mestvaalt meste, miste: aan ZND 01 is hier toegevoed het materiaal van ZND 31 (1939), 019  miste (Waubach, ... ), mesthoop: aan ZND 01 is hier toegevoed het materiaal van ZND 31 (1939), 019  meshoop (Waubach), mèshoop (Waubach) hoop droge mest,die bij of op de gierput wordt opgestapeld [DC 18 (1950)] || mesthoop bij de boerderij [DC 09 (1940)] I-7
met de benen zwaaien en bewegen tijdens het werpen werken: werǝkǝ (Waubach) [N 8, 53] I-9
met de collecteschaal rondgaan met de schaal rondgaan: mit de sjoal ronkgoa (Waubach) Collecteren met de open schaal, met de schaal rondgaan. [N 96B (1989)] III-3-3
met de horens stoten, gezegd van de bok stoten: štūtǝ (Waubach) [N 19, 75] I-12
met de kar achteruit rijden terugstoten: tǝrukštutǝ (Waubach) Voor de voermansroep om het paard achteruit te doen gaan, zie wld I.10 onder het lemma achteruit. [N 17, 95 + 99] I-13
met de kar rijden, iets vervoeren varen: vārǝ (Waubach) Dit lemma vormt een aanvulling van het lemma met paard en kar rijden in wld I.10. Alleen de opgaven voor de plaatsen waarvoor in WLD I.10 geen materiaal voorhanden was, zijn hier opgenomen. De kaart combineert de gegevens van beide lemmata. [N 17, 94; RND 97; monogr.] I-13
met de poten dicht bijeen staan (te) eng staan: eŋ štǭ (Waubach) [N 8, 78a en 78b] I-9