28364 |
noodschakelaar |
noodschalter:
nōǝtšaltǝr (Q117a Waubach
[(Laura / Julia)]
[Winterslag, Waterschei])
|
Schakelaar waarmee men in geval van nood het transportmiddel stil kan zetten. Zie ook het lemma Noodkabel. Volgens een invuller uit Q 121 was op de Domaniale mijn aan de noodschakelaar een lamp aangesloten, waarmee geseind kon worden. [N 95, 483]
II-5
|
30131 |
noors verband, kettingverband |
kettingverband:
kęteŋvǝrbaŋk (Q117a Waubach)
|
Metselverband dat doorgaans wordt toegepast bij halfsteensmuren, maar dat ook bruikbaar is bij steensmuren. Zie ook afb. 36. Het verband is als volgt opgebouwd: eerste laag: kop, kop, strek, strek, kop, strek; tweede laag: drieklezoor, strek, kop, strek, strek; derde laag: kop, kop, strek, strek, kop, strek, enz. (Westra, pag. 15/16). De volgorde van de verschillende lagen kan variëren. [N 31, 24f; monogr.; N 31, 24e]
II-9
|
20809 |
noot |
noot:
noet (Q117a Waubach)
|
noot [DC 47 (1972)]
III-2-3
|
28391 |
nootjeskool |
nootjes:
nȳǝtjǝs (Q117a Waubach
[(Laura / Julia)]
[Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV])
|
Kolensoort waarvan de afmeting varieert van 6 tot 120 mm. [N 95, 467]
II-5
|
21348 |
nors |
onvriendlijk:
ònvruntlich (Q117a Waubach)
|
onvriendelijk, stuurs, nors, bars [aling, strak, grenniog, stom, bars, stuurs, nors, zuur] [N 87 (1981)]
III-3-1
|
21651 |
notariskosten |
herengeld:
ps. invuller heeft geen spellingssyteem genoteerd, dus letterlijk overgenomen (niet(s) omgespeld!).
hīēregelt (Q117a Waubach)
|
gelden die bestemd zijn voor de notaris i.v.m. een openbare verkoping van onroerende goederen [ongelden, den bamis, onraad, herengeld?] [N 21 (1963)]
III-3-1
|
21122 |
noten afslaan |
afslaan:
Veldeke
aafsjlao (Q117a Waubach)
|
Noten afslaan (boeken, beuken slaan, rammelen, sloesteren). [N 82 (1981)]
III-2-3
|
33501 |
notendop |
bast:
Veldeke
bas (Q117a Waubach)
|
De harde huid van een noot (bast, bolster, sloester, schaal, hulster, boost, bluster, boets, schulp, schelp, snoester). [N 82 (1981)]
I-7
|
21706 |
notulen |
notulen:
notule (Q117a Waubach)
|
het korte schriftelijke verslag van hetgeen behandeld is in een vergadering [notulen, nouten] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
23670 |
noveen |
noveen (<lat.):
noveen (Q117a Waubach, ...
Q117a Waubach)
|
Een negendaagse godsvruchtoefening, novene, noveen. [N 96B (1989)]
III-3-3
|