18194 |
paraplu |
paraplu:
perpluu (Q117a Waubach),
scherm:
vgl. du. Schirm"paraplu.
sjirm (Q117a Waubach)
|
paraplu [N 23 (1964)]
III-1-3
|
20560 |
parelen |
borrelen:
borrele (Q117a Waubach)
|
parelen; Hoe noemt U: Opstijgen van luchtbelletjes in drank (parelen, kriezelen, grinselen) [N 80 (1980)]
III-2-3
|
18406 |
parfum |
parfum:
parfüm (Q117a Waubach)
|
reukstof in geconcentreerde vorm [parfum, odeur] [N 86 (1981)]
III-1-3
|
23283 |
parochie |
parochie:
ing parochie (Q117a Waubach),
parochie (Q117a Waubach),
pfarre (du.):
pfaar (Q117a Waubach)
|
Een parochie. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
34479 |
pas uit het ei gekomen kipje |
pul:
pø̜l (Q117a Waubach)
|
[N 19, 40b]
I-12
|
23231 |
pasen |
pasen:
Possje (Q117a Waubach, ...
Q117a Waubach)
|
Pasen [Paoësje, Oeëster]. [N 96C (1989)]
III-3-3
|
21217 |
pasfoto |
foto:
foto (Q117a Waubach)
|
de foto zoals op paspoorten en dergelijke legitimatiepapieren moet worden aangebracht [tiptopje] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
34046 |
pasgeboren kalf |
kalfje:
[kalfje] (Q117a Waubach)
|
[N 3A, 15 en 20; N C, 6; JG 1a, 1b; monogr.]
I-11
|
21202 |
paspoort |
pas:
pas (Q117a Waubach, ...
Q117a Waubach)
|
het bewijs van identiteit en toestemming om in het buitenland te mogen reizen [paspoort, pas] [N 90 (1982)] || het identiteitsbewijs door de regering aan een onderdaan verstrekt met het oog op een reis naar het buitenland [paspoort, pas] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
18183 |
passen |
goed staan:
good sjtoe (Q117a Waubach),
passen:
passe (Q117a Waubach)
|
nauwkeurig sluiten, goed staan, gezegd van kleding [passen] [N 86 (1981)]
III-1-3
|