17912 |
plassen (met water) |
platsen:
platsje (Q117a Waubach)
|
knoeien met water, in t water plassen [klosse] [N 10 (1961)]
III-1-2
|
21774 |
plat praten |
plat kwezen:
plat kwieeze (Q117a Waubach),
plat spreken:
plat sjpreeke (Q117a Waubach)
|
plat praten [N 102 (1998)]
III-3-1
|
24667 |
plataan |
plataan:
Veldeke
plataan (Q117a Waubach)
|
De plataan; van deze boom schilfert de schors in plaen af waardoor de nieuwe geelgroene bast zichtbaar wordt; de boom heeft langgesteelde vruchten (plataan, plantaan, plom, plon, plen). [N 82 (1981)]
III-4-3
|
34573 |
plateauwagen |
wagen:
wān (Q117a Waubach)
|
Een vierwielige wagen, vaak al met wielen met luchtbanden, die voor het vervoer van melkbussen, biervaten, land- en tuinbouwproducten enz. gebruikt werd. De bak van deze wagen hangt laag boven de grond en heeft een groot bodemoppervlak. Vaak zijn er geen voor-, achter- en zijkanten. De wagen kan door paarden of ook door een tractor getrokken worden. [N 17, 43a; N G, 51 + 69; monogr.]
I-13
|
33032 |
platliggen van graan |
is gelegerd:
es gǝlēgǝrt (Q117a Waubach)
|
Wanneer de halmen door wind en regen platgeslagen zijn en tegen de grond liggen, is dat lastig werken voor de zichter. Hier staan steeds de persoonsvormen van het werkwoord genoemd, waarbij als onderwerp moet gedacht worden: "het koren"; achter in het lemma staan enkele zelfstandige naamwoorden: "platgelegerd graan". Heel in de uitdrukking ''(het koren) ligt heel'' staat voor ''helemaal''. [N 15, 13; monogr.]
I-4
|
29831 |
platte kant |
lange, brede zijde:
laŋ bręj zij (Q117a Waubach)
|
De lange brede zijde van een metselsteen. Zie ook afb. 30. [N 31, 17a; N 98, 172; monogr.]
II-8
|
19417 |
plattebuiskachel |
kachel:
kachel (Q117a Waubach)
|
Lange kookkachel met langwerpige platte buis en zichtbare pot (boerenkachel, leuvense kachel, platte buis (kachel) [N 79 (1979)]
III-2-1
|
23528 |
plechtig |
feierlich (du.):
faierliech (Q117a Waubach),
feierliech (Q117a Waubach),
plechtig:
plechtig (Q117a Waubach)
|
Plechtig, feestelijk [faierlich?]. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
24009 |
plechtige communie |
plechtige communie (<lat.):
plechtige kommunie (Q117a Waubach)
|
De Plechtige H.Communie + hernieuwing van de doopbeloften. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
24051 |
plechtige huwelijksmis |
plechtige bruidsmis:
plechtige broeëdsmès (Q117a Waubach)
|
Een plechtige bruidsmis [hoeëchfierlieje broedsmaes]. [N 96D (1989)]
III-3-3
|