23798 |
ratel van witte donderdag |
klabatter:
klabatter (Q117a Waubach),
ratel:
ratel (Q117a Waubach)
|
De ratel die van Witte Donderdag tot aan de zaterdag vóór Pasen in plaats van de altaarschel tijdens de mis wordt gebruikt. [N 96C (1989)]
III-3-3
|
20529 |
rauw |
rauw:
rauw (Q117a Waubach)
|
rauw; Hoe noemt U: Rauw, niet gekookt (groen, rauw) [N 80 (1980)]
III-2-3
|
22338 |
ravotten |
ringelen:
riengele (Q117a Waubach)
|
Voor de grap met elkaar worstelen, ravotten, gezegd van kinderen [riepen, riepzakken, raggen, balkuinen, stoeien]. [N 88 (1982)]
III-3-2
|
18868 |
razen en tieren |
schelden:
sjelle (Q117a Waubach)
|
luidruchtig uiting geven aan woede [razen, tieren, tekeergaan, tobben] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
19120 |
razend van woede |
razentig:
roazetig (Q117a Waubach)
|
razend van woede, zeer woedend [dol, dul] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
17902 |
recht vooruitstoten met de armen |
stoten:
sjtōēte (Q117a Waubach)
|
stoten: met de armen recht vooruit stoten [stuike] [N 10 (1961)]
III-1-2
|
34093 |
rechterachterkwartier |
rechterhinderste:
rɛxtǝrheŋǝštǝ (Q117a Waubach)
|
Het kwartier van de uier rechts achter. In de vraagstelling stond erbij wat betreft de positie van de kwartieren "van achteren gezien". [N 3A, 116d]
I-11
|
33764 |
rechterkant van het paard |
van de manse kant:
van dǝr mansǝ kaŋk (Q117a Waubach
[(de kant weg van de voerman)]
)
|
Tegenovergestelde kant van de plaats waar de voerman gaat. [N 8, 9 en 10]
I-9
|
34092 |
rechtervoorkwartier |
rechtervoorste:
rɛxtǝrvȳštǝ (Q117a Waubach)
|
Het kwartier van de uier rechts voor. In de vraagstelling stond erbij wat betreft de positie van de kwartieren "van achteren gezien". [N 3A, 116c]
I-11
|
24975 |
rechtop |
rechtop:
rechòp (Q117a Waubach)
|
rechtopstaand, recht omhoog staand [fiks] [N 91 (1982)]
III-4-4
|