e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q117a plaats=Waubach

Overzicht

Gevonden: 6116
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
borsten borsten: broste (Waubach), memmen: memme (Waubach), nokken: noekke (Waubach), Meestal in ev noek gebruikt.  noeke (Waubach) borsten van de vrouw [mamme, memme, tette, tiete] [N 10c (1995)] III-1-1
borstkas borst: bròs (Waubach) Borst(kas): het voorste deel van het menselijk lichaam tussen hals en middenrif (borst, borstkas, kluter). [N 84 (1981)] III-1-1
borstlamp schijnwerper: šęjnwɛrpǝr (Waubach  [(Laura / Julia)]   [Laura, Julia]) Lamp die op de borst wordt gedragen. Volgens de invuller uit Q 15 was de borstlamp incidenteel bestemd voor de hoofdleiding (ingenieur, inspecteur, chef-ondergronds). De lamp had een systeem waarmee men kon aflichten, d.w.z. controleren op mijngas. Uit de opgave "mijnmeterslamp" van de respondent uit Q 21 blijkt dat de lamp ook door deze beroepsgroep werd gebruikt. [N 95, 261; monogr.] II-5
borstrok borstrok: borstrok (Waubach), lijfje: liefke (Waubach), sleeptoon  lîefke (Waubach), stoepje: sjtüpke (Waubach) borstrok, onderkledingstuk dat over het hemd wordt gedragen [hemdrok, humperok, sjtoep, liefke, slaoplijf] [N 25 (1964)] || Borstrok. Is in uw dialect een algemeen woord bekend voor borstrok? Bedoeld wordt het warme kledingstuk dat over het hemd wordt gedragen? [DC 62 (1987)] III-1-3
borstrok (voor mannen) borstrok: borsrok (Waubach), borstrok (Waubach), lijfje: liefke (Waubach) borstrok voor mannen [N 25 (1964)] || Mannenborstrok. [DC 62 (1987)] III-1-3
borstrok (voor vrouwen) borstrok: borstrok (Waubach), katoen of trict  borsrok (Waubach), lijfje: liefke (Waubach) borstrok voor vrouwen [N 25 (1964)] || Vrouwenborstrok. [DC 62 (1987)] III-1-3
borstspeld spang: sjpang (Waubach) speld waarmee de slippen van de grote omslagdoek voor de borst bijeen worden gehouden [N 25 (1964)] III-1-3
borsttuig plathaam: plathām (Waubach) Trektuig bestaande uit een stel leren riemen, dat wel eens gebruikt wordt in plaats van een haam, als het paard aan de schouders gedrukt is (zie WLD I, afl. 9, p. 111). In een vrij groot aantal opgaven verwijst de benaming voor een deel van het borsttuig naar het geheel, bv. het woordtype borstriem. Het omgekeerde, waarbij de term voor het geheel gebruikt wordt ter aanduiding van een onderdeel ervan, komt minder vaak voor (zie lemma Borstriem). [JG 1b, 1c, 1d, 2c; N 13, 51] I-10
borstvliesontsteking fleuris: fleures (Waubach) Pleuris: ontsteking van het borstvlies dat om de longen zit en de binnenkant van de borstkas bekleedt; pleuritis (pleuris, fleuris, floris). [N 84 (1981)] III-1-2
borstzak(je) tasje: tesjke (Waubach) pochetzakje, borstzak [N 23 (1964)] III-1-3