32732 |
de laatste voor ploegen |
(de voor) toeslaan:
tou̯šlǫa (Q117a Waubach)
|
De laatste voor van het grote middendeel van een akker die men ploegde, kan op twee manieren worden afgewerkt. Als men een greppel wil laten ontstaan in verband met de waterafvoer (op lage gronden), dan ploegt men de laatste voor iets dieper dan de overige. Wil men daarentegen geen greppel overhouden, dan ploegt men de laatste voor ondiep uit en sleept men ze vervolgens dicht. De termen die in dit lemma onder A. zijn vermeld, werden opgegeven n.a.v. de vraag naar "de diepe middenvoor afwerken". Sommige ervan lijken ook bruikbaar voor het ploegen van de laatste voor in het algemeen. De onder B. opgenomen termen betreffen het ploegen van de laatste voor aan de zijkant(en). [N 11, 62; N 11A, 119e + 121e; div.; monogr.]
I-1
|
28171 |
de lucht meten |
wetterdrok meten:
wɛtǝrdruk mēǝtǝ (Q117a Waubach
[(Laura / Julia)]
[Domaniale])
|
De luchtgesteldheid ondergronds controleren. [N 95, 218; monogr.]
II-5
|
28168 |
de lucht stuwen of blazen |
blazen:
bloǝzǝ (Q117a Waubach
[(Laura / Julia)]
[Eisden]),
stoten:
štōǝtǝ (Q117a Waubach
[(Laura / Julia)]
[Maurits])
|
Zie de toelichting bij het lemma Luchtstroom. [N 95, 222]
II-5
|
34230 |
de melk inhouden |
ophouden:
(de koe) hølt ǫp (Q117a Waubach)
|
Tijdens het melken plotseling geen melk meer geven, gezegd van de koe. [N 3A, 69; monogr.]
I-11
|
34231 |
de melk laten lopen |
(de melk) laten lopen:
lǫtǝ lōpǝ (Q117a Waubach)
|
De melk uit de spenen laten vloeien. [N 3A, 70]
I-11
|
33869 |
de merrie bij de hengst brengen |
naar de hengst gaan:
nǭ dǝr heŋs gǭ (Q117a Waubach)
|
[N 8, 43a en 43b]
I-9
|
33870 |
de merrie dekken |
dekken:
dɛkǝ (Q117a Waubach)
|
Zie afbeelding 11. [JG 1a, 1b; N 8, 43a en 43b]
I-9
|
33872 |
de merrie is niet drachtig |
leeg:
lēx (Q117a Waubach)
|
[N 8, 48 en 49]
I-9
|
23260 |
de middag luiden |
middag luiden:
middag (Q117a Waubach)
|
Het angelus luiden rond het middaguur [het luidt......?]. [N 96A (1989)]
III-3-3
|
23550 |
de mis dienen |
de mis dienen:
de mès deene (Q117a Waubach),
de mês dene (Q117a Waubach)
|
De mis dienen [diene, de mès deene?]. [N 96B (1989)]
III-3-3
|