e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q117a plaats=Waubach

Overzicht

Gevonden: 6116
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
de roepen krijgen in de roepen gaan: in de reup goa (Waubach) De roepen krijgen, afgeroepen worden in de kerk, "onder de geboden staan", "onder de roepen zijn", "in de roepen gaan". [N 96D (1989)] III-3-3
de rozenkrans bidden bij een overledene rozenkrans beden: dr rozzekrans beëne (Waubach) De Rozenkrans (= 3 Rozenhoedjes) bidden bij een overledene. [N 96B (1989)] III-3-3
de stal uitmesten mesten: mɛstǝn (Waubach) De stal of mestgoot van mest ontdoen. Objecten "stal", "mestgoot" en "mest" zijn niet gedocumenteerd. [N 11, 14; N 5A II, 50a; A 9, 26; JG 1a, 1b, 1c, 1d, 2c; monogr.] I-11
de stok schieten (de) stok schieten: dǝ štǫk š˙ētǝ (Waubach  [(Laura / Julia)]   [Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]) Bij de aanleg van een galerij het gesteente met behulp van springstof verwijderen om op deze wijze voldoende galerijhoogte te verkrijgen. Deze handeling vindt plaats nadat de koollaag ter breedte van de galerij en over voldoende diepte is weggenomen (zie ook het lemma De Stok Vrijmaken). [N 95, 430; N 95, 435] II-5
de stortkar doen achteroverslaan kippen: kipǝ (Waubach), opslaan: ǫpšlǭ (Waubach) De kipbare bak van de stortkar doen kippen om de lading te lossen. Dit lemma vormt een aanvulling op het lemma kippen, storten in wld I.10. De kaart combineert de opgaven uit beide lemmata. [N 17, 88] I-13
de stuipen hebben de stuipen hebben: de sjtuëpe han (Waubach) stuipen: De stuipen hebben: een aanval van stuipen hebben (spinneweven, spinnevoeten, stuiptrekken, in de gaven liggen). [N 84 (1981)] III-1-2
de tafel afruimen afvegen: aafveëge (Waubach), de dis leegmaken: d⁄r dusj leegmaake (Waubach) Wat is bij u de uitdrukking voor \'de tafel afruimen\'? (afvegen, afkuisen) [N 104 (2000)] III-2-1
de tafel dekken dekken: dekke (Waubach) tafel dekken; Hoe noemt U: De tafel dekken (rechten dekken) [N 80 (1980)] III-2-1
de toog aankrijgen inkleden: i-kleie (Waubach) De toog/het habijt aankrijgen, gekleed worden. [N 96D (1989)] III-3-3
de was blauwen blauwselen: blauwsele (Waubach) Wat is bij u de uitdrukking voor \'de was blauwen\'? (blauwen, blauwselen) [N 104 (2000)] III-2-1