e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Waubach

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
kort geknipt haar stoppels: sjtoeppele (Waubach) overal kort geknipt hoofdhaar [tieters] [N 86 (1981)] III-1-1
kort onderrokje poeprokje: poepröksjke (Waubach) onderrokje, kort ~ [piszieëlke, poeprökske] [N 24 (1964)] III-1-3
kort schortlint lint: linte (Waubach) linten, korte ~ waarmee de schortslippen van achteren met elkaar worden verbonden [gatslinte, gatlinter] [N 24 (1964)] III-1-3
kortademig kort: kòt va oa.m (Waubach) kortademig [kort, kortborstig, dempig] [N 10a (1961)] III-1-2
korte broek korte boks: kotte boks (Waubach) broek, korte (jongens)~ die de knieën onbedekt laat [N 23 (1964)] III-1-3
korte laars gamasche: kamasj (Waubach) laars met een korte schacht die tot aan de kuit reikt [N 24 (1964)] III-1-3
korte onderbroek? korte onderboks: kotte ongerboks (Waubach), kòtte ongerboks (Waubach), kòtte òngerbòks (Waubach) Korte onderbroek voor mannen. [DC 62 (1987)] || onderbroek, korte ~ [N 25 (1964)] III-1-3
korte overjas jekker: jekker (Waubach), joppe (du.): joep (Waubach) overjas, korte ~ [jekker, joep, stoep, baadje] [N 23 (1964)] III-1-3
korteling steenknuppel: štēnknøpǝl (Waubach), steigerknuppel: štī.gǝrknøpǝl (Waubach) Korte steigerpaal die aan één uiteinde draagt op de aanbinder en aan de andere kant in een in de muur uitgespaard steigergat. Over de kortelingen komen de steigerplanken te liggen die de steigervloer vormen. Zie ook afb. 18. [N 32, 3b; monogr.] II-9
korter maken afsnijden: aafsjnieë (Waubach) een af te leggen afstand korter maken door een rechtere weg te nemen (richten) [N 90 (1982)] III-3-1