27174 |
ondergronds |
ondenin:
ōŋǝne (Q117a Waubach
[(Laura / Julia)]
[Domaniale])
|
Beneden in de mijn onder de grond. [N 95, 113; monogr.]
II-5
|
33947 |
onderhaam |
onderhaam:
ǫŋǝrhām (Q117a Waubach)
|
Twee met elkaar verbonden kussens die het paard onder het haam draagt, als dat te groot is. [N 13, 11; monogr.]
I-10
|
21579 |
onderhandelen |
aan het handelen zijn:
ps. invuller heeft geen spellingssyteem genoteerd, dus letterlijk overgenomen (niet(s) omgespeld!).
’t handele zīē. uuvver (Q117a Waubach)
|
Inventarisatie uitdrukkingen voor: in onderhandeling zijn over een bepaalde koop [in beding zijn met iemand?] [N 21 (1963)]
III-3-1
|
18257 |
onderhemd |
hemd:
höme (Q117a Waubach)
|
onderhemd, onderkledingstuk dat op het blote lijf gedragen wordt [im, emmek, hem, himp, kemsel, liejms, sjmies, vlok] [N 25 (1964)]
III-1-3
|
18313 |
onderjurk |
onderkleed:
ongerkleet (Q117a Waubach)
|
onderjurk, onderkleed met lijfje en schouderbanden [N 24 (1964)]
III-1-3
|
28270 |
onderkabel |
onderkabel:
ōŋǝrkābǝl (Q117a Waubach
[(Laura / Julia)]
[Zwartberg])
|
De kabel die aan de onderzijde van de liftkooien is bevestigd en tot doel heeft evenwicht te scheppen tussen de bovenkabels van beide kooien. De onderkabel is meestal plat van vorm. [N 95, 95; monogr.]
II-5
|
25492 |
onderkant van het brood |
bodem:
bǭ.m (Q117a Waubach)
|
[N 29, 54b; monogr.]
II-1
|
19395 |
onderkussen, peluw |
hoofdpeluw:
huppel (Q117a Waubach, ...
Q117a Waubach),
kopkussen:
kopkusse (Q117a Waubach)
|
Langwerpig, rond onderkussen onder het hoofdkussen (peul, pulling, uppeling, kopkussen) [N 79 (1979)] || peluw
III-2-1
|
17619 |
onderlip |
onderste lip:
ungesjtu lup (Q117a Waubach)
|
onderlip [DC 01 (1931)]
III-1-1
|
18177 |
ondermuts |
ondermuts:
òngermutsj (Q117a Waubach)
|
mutsje, zwarte ~ dat onder de grote witte poffermuts wordt gedragen [ondermuts] [N 26 (1964)]
III-1-3
|