| 17885 |
ruk |
ruk:
ruk (Q117a Waubach),
stuik:
sjtoek (Q117a Waubach)
|
Ruk: snelle korte beweging waardoor iets of iemand met een schok van zijn plaats wordt getrokken (ruk, snuk, snoek). [N 84 (1981)]
III-1-2
|
| 25148 |
rukwind |
rukwind:
rukwink (Q117a Waubach),
stoot:
sjtoeët (Q117a Waubach),
trekwind:
trekwink (Q117a Waubach),
windstoot:
inne winkschtout (Q117a Waubach)
|
rukwind, plotselinge, felle wind [trekwind, snuk wind, strobatie] [N 81 (1980)] || windstoot, ruk of stoot van de wind [hort, buis] [N 81 (1980)]
III-4-4
|
| 34636 |
rulskar |
ruls:
røls (Q117a Waubach)
|
Kruiwagen die alleen voor het vervoer van bladeren en hooi gebruikt wordt (zie hiervoor Roukens (1937), pag. 147). Het is een kruiwagen zonder zijwanden of hoofdbord, maar met rondom rechtopstaande staafjes of latjes. De informant uit L 428 merkt op over dit type dat het "voor het ophalen van bladeren, bosgras, hooi, sprokkelhout, enz. Wordt gebruikt; de laadbak bestaat uit ronde stokken, enkele centimeters van elkaar geplaatst, dikke en dunne stokken wisselen elkaar af". Zie voor het woord ruls ook het Sittards Woordenboek s.v. röls:: "korfhekje van gevlochten tenen of latwerk, geplaatst op kruiwagen e.d. om een grote hoeveelheid van gering gewicht te kunnen vervoeren, b.v. bladeren, hooi, aardewerk etc." Deze kruiwagen komt alleen in het zuiden van Nederlands Limburg voor. [N G, 51 + 52f; N 18, 97a-b; L 16, 19b; A 42, 15; monogr.]
I-13
|
| 24326 |
runderhorzel, horzel |
horzel:
hòrzel (Q117a Waubach)
|
larve van de runderhorzel, worm die grote bulten (wormbulten) veroorzaakt in de huid van runderen [N 26 (1964)]
III-4-2
|
| 24349 |
runderhorzellarve |
rups:
roepsj (Q117a Waubach),
worm:
wòrm (Q117a Waubach)
|
larve van de paardenhorzel, worm die in de uitwerpselen van een paard kan worden aangetroffen [N 26 (1964)] || larve van de runderhorzel [DC 45 (1970)]
III-4-2
|
| 20691 |
runderlapjes |
kripvlees:
kripvleesj (Q117a Waubach)
|
Runderlapjes (krippot, kripvlees?) [N 16 (1962)]
III-2-3
|
| 34022 |
rundvee |
vee:
vīǝ (Q117a Waubach)
|
Als vee gehouden runderen. Rundvee in het algemeen. Zie afbeelding 1. [N 3A, 1; JG 1a, 1b; monogr.]
I-11
|
| 20666 |
rundvleessoep |
rindvleessoep:
rinkvleesjsoep (Q117a Waubach)
|
Soep van rundvlees (rundsolf?) [N 16 (1962)]
III-2-3
|
| 24371 |
rups |
rups:
roepsj (Q117a Waubach, ...
Q117a Waubach),
roepsje (Q117a Waubach)
|
groene rups die koolbladeren tot op de nerf afvreet [N 26 (1964)] || rups [N 26 (1964)] || rups rups [DC 46 (1971)]
III-4-2
|
| 23860 |
rustaltaar |
rustaltaar:
rus-altoar (Q117a Waubach)
|
Een met bloemen versierd altaar dat langs de processieroute geplaatst is, rustaltaar [mei-altaar, heiligenhuisken, hilliejehuus-je]. [N 96C (1989)]
III-3-3
|