e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Waubach

Overzicht

Gevonden: 6116
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
blaasontsteking koude pis: kouwe pis (Waubach) Blaasontsteking: ontsteking van de urineblaas (koupis, droppelpis). [N 84 (1981)] III-1-2
blaaspijler blaaspijler: blōǝspęjlǝr (Waubach  [(Laura / Julia)]   [Domaniale]) Pijler waarvan het ontkoolde gedeelte door middel van een blaasmachine met van elders aangevoerde stenen wordt opgevuld. De invuller uit Q 3 schrijft over de blaaspijler dat dit een "taille" is waar de stenen voor de "stape" onder druk ingeblazen worden. [N 95, 538; monogr.] II-5
blad van de troffel blad: blat (Waubach), schup: šøp (Waubach) Het driehoekige metalen blad van de troffel, dat dient om de specie op de steen aan te brengen en uit te strijken. De afmeting van het blad kan, afhankelijk van de aard van de werkzaamheden, verschillen. Het blad van een troffel heeft een gebogen en een rechte zijde. De rechte kant wordt gebruikt voor het opvangen van uitpuilende specie, de gebogen kant voor het hakken van stenen. Zie voor de fonetische documentatie van het woorddeel '(troffel-)' het lemma 'troffel'. [N 30, 7b; monogr.] II-9
blad van een lepel holte: holte (Waubach) Het holle gedeelte van een lepel waarin het eten wordt opgeschept (lepel, holte) [N 79 (1979)] III-2-1
blad, bladeren van een plant blad: blat (Waubach), blader: blār (Waubach) Blad, als deel van een plant. De meervouden en verkleinwoorden zijn apart behandeld. [JG 1a, 1b; A 3, 1; L 1, a-m; L 4, 1; L 14, 16; L 32, 21; S 3; R 7, 25; R 12, 26; monogr.] I-4
bladgoud bladgoud: blat˲gōt (Waubach), vals bladgoud: valš˱ blat˲gōt (Waubach) Tot zeer dunne bladen geperst goud. [N 67, 11a; N 67, 11b; monogr.] II-9
bladrozet van de paardebloem ganstong: Veldeke ganzetong (= onkruid in klaver)  gòhstong (Waubach) ganzetong [N 92 (1982)] III-4-3
bladzijde bladzijde: bladzijde (Waubach) ieder van de beide zijden van een blad in een boek, tijdschrift etc. [teun, pagina, bladzijde] [N 87 (1981)] III-3-1
bladzilver bladzilver: blat˲zelvǝr (Waubach) Tot zeer dunne bladen geperst zilver. [N 67, 11d] II-9
blaffen bletsen: Veldeke  bletsje (Waubach) Hoe noemt u het gewone stemgeluid van een hond (blaffen, bassen, bletsen, basten) [N 83 (1981)] III-2-1