e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Waubach

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
witte, buitenlandse bloem patent: patɛnt (Waubach) De bakkwaliteit van bloem gemalen van harde tarwe is beter dan die van bloem ge-malen van zachte tarwe (Schoep blz. 7). Hetzelfde geldt voor de rogge. Omdat in het algemeen de buitenlandse tarwe en rogge harder zijn dan de inlandse, kan men zeggen dat de buitenlandse bloem een betere bakkwaliteit heeft dan de inlandse bloem. [N 29, 15b; N 29, 16] II-1
wittebrood oberlnder (du.): langwerpig soort wittebrood  obelénder (Waubach), weg: wek (Waubach) Kent uw dialect het woord weg of wig = een wittebrood. A.u.b. ook de dialectvorm van uw plaats opgeven en eventueel de betekenis toelichten. [N 16 (1962)] || Welke dialectbenamingen kent U voor kleine wittebroodjes? (pistolee, kadetjes, kerneeke, frans broodje, spaans broodje, krombroodje, koekestel, bestel, krol, knubbeltje [N 16 (1962)] III-2-3
witten witten: wetǝ (Waubach) Een muur of plafond bestrijken met witkalk. Doorgaans wordt voor witkalk gebruik gemaakt van kalk die met veel water is geblust en daarna in een kuil heeft gestaan om eventueel nog ongebluste deeltjes gelegenheid te geven uit te blussen en om een gedeelte van het overtollige water te verliezen. [N 67, 66e; monogr.; Vld.] II-9
woede gift: gif (Waubach), wut (du.): woeht (Waubach) hevige boosheid [gift, gif, koleire, woede, horzel, frut] [N 85 (1981)] III-1-4
woeker bedriegerij: bedregeri-j (Waubach) onwettige winst die verkregen is door misbruik te maken van de nood van iemand anders bijv. door te veel rente te vragen [woeker, woekerij, usure] [N 89 (1982)] III-3-1
woekeren afpersen: aafpeësje (Waubach) onwettige winst die verkregen is door misbruik te maken van de nood van iemand anders bijv. door te veel rente te vragen [woeker, woekerij, usure] [N 89 (1982)] III-3-1
woelen wroetelen: vreutele (Waubach) Woelen: onrustig heen en weer bewegen (woelen, spollen). [N 84 (1981)] III-1-2
woensdagx goensdag: goonstich (Waubach), goonstig (Waubach, ... ) dag; woensdag [N 07 (1961)] || de vierde dag van de week, woensdag [goensdag] [N 91 (1982)] || woensdag III-4-4
wolkenbank veel wolken: veul woëlke (Waubach) lange streep wolken die onbeweeglijk aan de horizon hangt [bank] [N 81 (1980)] III-4-4
wonde wonde: wong (Waubach) Wond: letsel, kwetsuur (blessure, wats, gorre). [N 84 (1981)] III-1-2