e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Waubach

Overzicht

Gevonden: 6116
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
zoldergat, opening in de koestalzolder hooilok: [hooi]lō̜k (Waubach) In de koestalzolder is meestal een opening waardoor het hooi naar beneden geworpen wordt om het aan de dieren te voeren. Waar de koestalzolder in open verbinding staat met de schuur is er meestal geen opening in de zoldering. Een aantal opgaven betreffen een luik of een scharnierende deur waarmee de opening afgesloten kan worden. De benamingen kunnen ook gebezigd worden voor een opening in de gevel of in het dak waardoor het hooi op de zolder wordt gebracht. Zie ook het lemma "hooivenster" (3.4.5). Zie voor de fonetische documentatie van het woord(deel) (hooi) het lemma "hooi" in aflevering I.3. Zie ook afbeelding 16.c bij het lemma "hooizolder, koestalzolder, schuur" (3.4.1). [N 5A, 56b; N 5, 97 en 97a; L 42, 24 passim; monogr.; add. uit N 5A, 57c] I-6
zomerkapmanteltje pelerine (<fr.): pelderien (Waubach) kapmanteltje voor de zomer met een ovaalvormig voor- en achterpand [pelderien] [N 25 (1964)] III-1-3
zomerkleren zomerkleren: zoemerklijjer (Waubach), zoeëmerklijjer (Waubach, ... ) zomerkleren [N 23 (1964)] || Zomerkleren. [DC 62 (1987)] III-1-3
zon- en feestdagen zon- en feestdagen: zon- en fesdaag (Waubach) Zon- en feestdagen (ledige dagen) . [N 96C (1989)] III-3-3
zondag zondag: dr zóndig (Waubach), zondig (Waubach) De zondag, dag des Heren. [N 96D (1989)] III-3-3
zondag houden zondag houden: zondig houwe (Waubach) De zondag houden/vieren/eerbiedigen/heiligen. [N 96D (1989)] III-3-3
zondagmissaal missaal: missaal (Waubach) Een kerkboek met misgebeden voor de zondagen en feesten van het kerkelijk jaar [zondagsmissaal(tje)?]. [N 96B (1989)] III-3-3
zondagse kleren `s zondagse kleren: sondige klijjer (Waubach), zondagskleren: zondesklijjer (Waubach), zondigsklijjer (Waubach) De kleren die men s zondags draagt. [DC 62 (1987)] || zondagse kleren [t sondagsdinge] [N 23 (1964)] III-1-3
zonde zonde: zung (Waubach, ... ) Een zonde [zund, zung]. [N 96D (1989)] III-3-3
zonder opzet ane bezei: oane bezei (Waubach) zonder opzet, zonder bedoeling [buiten besouw] [N 85 (1981)] III-1-4