e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Waubach

Overzicht

Gevonden: 6116
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
zuurdeeg maken zuur aanzetten: zū.r āzɛtǝ (Waubach) Een restant van het deeg een poos laten "rijpen", totdat het zuurdeeg is geworden en het aldus verkregen zuurdeeg gebruiksklaar maken. [N 29, 23b; S 6; monogr.] II-1
zuurdesem zuurdesem: zōē.rdeesem (Waubach) Zuurdeeg, gebruikt i.p.v. gist (heevel?) [N 16 (1962)] III-2-3
zuurkool zuur kappes: zōē.r kappes (Waubach), zuurmoes: zōē.rmoos (Waubach) Zuurkool (zoerkolle, suuremoes?) [N 16 (1962)] III-2-3
zuurkoolstamppot kappes ondereen: kappes òngeree (Waubach) Stamppot van aardappelen en zuurkool [N 16 (1962)] III-2-3
zuurtijd zuren: zūrǝ (Waubach) De tijd gedurende welke het deeg moet blijven liggen om zuurdeeg te worden. Volgens informanten kan deze tijd verschillend zijn. Gewoonlijk duurt die één à twee dagen. Maar ze kan ook één nacht beslaan of een week of soms zelfs 14 dagen. De beantwoording van de vraag de "zuurtijd" was gedeeltelijk van dien aard dat een aantal woordtypen werkwoorden zijn. [N 29, 23c] II-1
zwaaien zwaaien: sjwejje (Waubach) Zwaaien: (langzaam) ritmisch heen en weer bewegen, bijv. met de armen (scharrewarren, scharmaaien, zwingelen). [N 84 (1981)] III-1-2
zwaaien met het wierookvat zwaaien: zwejje (Waubach) (met) het wierookvat zwaaien. [N 96B (1989)] III-3-3
zwaaihaak verstelbare winkelhaak: vǝrštɛlbārǝ weŋkǝlhǫak (Waubach) Winkelhaak waarvan handvat en veer ten opzichte van elkaar beweegbaar zijn. Met een schroef kan men de veer in de gewenste hoek vastzetten. De zwaaihaak wordt gebruikt om hoeken op te meten. Zie ook afb. 5. [N 30, 13c; monogr.] II-9
zwabber mop: voor de slaapkamer  mop (Waubach), zwabber: zjwabber (Waubach) bezem (met lange steel); inventarisatie benamingen; betekenis/uitspraak [N 20 (zj)] || Dweil aan een steel gebonden (zwabber, dweil, aftrekker) [N 79 (1979)] III-2-1
zwachtel windel: wingel (Waubach), zwachtel: sjwachtel (Waubach) Zwachtel: lange, smalle strook dun linnen of verbandgaas bijv. voor het verbinden van een wond (windel, vees). [N 84 (1981)] III-1-2