25555 |
zuurdeeg maken |
zuur aanzetten:
zū.r āzɛtǝ (Q117a Waubach)
|
Een restant van het deeg een poos laten "rijpen", totdat het zuurdeeg is geworden en het aldus verkregen zuurdeeg gebruiksklaar maken. [N 29, 23b; S 6; monogr.]
II-1
|
20541 |
zuurdesem |
zuurdesem:
zōē.rdeesem (Q117a Waubach)
|
Zuurdeeg, gebruikt i.p.v. gist (heevel?) [N 16 (1962)]
III-2-3
|
20679 |
zuurkool |
zuur kappes:
zōē.r kappes (Q117a Waubach),
zuurmoes:
zōē.rmoos (Q117a Waubach)
|
Zuurkool (zoerkolle, suuremoes?) [N 16 (1962)]
III-2-3
|
20680 |
zuurkoolstamppot |
kappes ondereen:
kappes òngeree (Q117a Waubach)
|
Stamppot van aardappelen en zuurkool [N 16 (1962)]
III-2-3
|
25556 |
zuurtijd |
zuren:
zūrǝ (Q117a Waubach)
|
De tijd gedurende welke het deeg moet blijven liggen om zuurdeeg te worden. Volgens informanten kan deze tijd verschillend zijn. Gewoonlijk duurt die één à twee dagen. Maar ze kan ook één nacht beslaan of een week of soms zelfs 14 dagen. De beantwoording van de vraag de "zuurtijd" was gedeeltelijk van dien aard dat een aantal woordtypen werkwoorden zijn. [N 29, 23c]
II-1
|
17883 |
zwaaien |
zwaaien:
sjwejje (Q117a Waubach)
|
Zwaaien: (langzaam) ritmisch heen en weer bewegen, bijv. met de armen (scharrewarren, scharmaaien, zwingelen). [N 84 (1981)]
III-1-2
|
23561 |
zwaaien met het wierookvat |
zwaaien:
zwejje (Q117a Waubach)
|
(met) het wierookvat zwaaien. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
29944 |
zwaaihaak |
verstelbare winkelhaak:
vǝrštɛlbārǝ weŋkǝlhǫak (Q117a Waubach)
|
Winkelhaak waarvan handvat en veer ten opzichte van elkaar beweegbaar zijn. Met een schroef kan men de veer in de gewenste hoek vastzetten. De zwaaihaak wordt gebruikt om hoeken op te meten. Zie ook afb. 5. [N 30, 13c; monogr.]
II-9
|
19459 |
zwabber |
mop:
voor de slaapkamer
mop (Q117a Waubach),
zwabber:
zjwabber (Q117a Waubach)
|
bezem (met lange steel); inventarisatie benamingen; betekenis/uitspraak [N 20 (zj)] || Dweil aan een steel gebonden (zwabber, dweil, aftrekker) [N 79 (1979)]
III-2-1
|
18160 |
zwachtel |
windel:
wingel (Q117a Waubach),
zwachtel:
sjwachtel (Q117a Waubach)
|
Zwachtel: lange, smalle strook dun linnen of verbandgaas bijv. voor het verbinden van een wond (windel, vees). [N 84 (1981)]
III-1-2
|