e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Waubach

Overzicht

Gevonden: 6116
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
broeder broeder: broedder (Waubach), broêder (Waubach) Een lager lid van een kloosterorde die geen kerkelijke wijding bezit, broeder [bruur, broeder]. [N 96D (1989)] III-3-3
broeder-onderwijzer broeder: broedder (Waubach), frater (lat.): frater (Waubach) Een broeder onderwijzer, frater [fra, sjefra]. [N 96D (1989)] III-3-3
broedermeester broedermeester: broedermeester (Waubach) De persoon die tijdens de bidprocessies (op St. Marcus en de kruisdagen) met een staf beurtelings de voorbiddende en de nabiddende rij aanwees (broedermeester). [N 96C (1989)] III-3-3
broederschap van de heilige kindsheid heilige kindsheid: hillige kindsheet (Waubach) De broederschap van kinderen die als doel had de heidense kinderen, vooral die in China, op te voeden, Broederschap der H. Kindsheid [Hèllige Kinsheid]. [N 96D (1989)] III-3-3
broeien koken: kōkǝ (Waubach) Het varken met heet water begieten om de haren en de opperhuid te weken, opdat de haren gemakkelijk afgekrabd kunnen worden. [N 28, 19; monogr.] II-1
broek boks: boks (Waubach, ...  [Domaniale, Wilhelmina]) Broek gemaakt van zeer stevige stof en voorzien van dubbele knieēn. Volgens een informant van Q 121 is de "kuilboks" een onderdeel van de "kuilmontuur". [N 95, 61; monogr.] || De horizontale riem van het achterhaam die om de billen van het paard loopt. [JG 1a, 1b, 2b; N 13, 75; monogr.] I-10, II-5
broek: algemeen boks: boks (Waubach, ... ), doe lups och ummer mit ing aafgezakte boks (Waubach), dŭ lups altied mit ing afgezakte boks (Waubach), hae hool zieng boks op mit inne laere reem (Waubach), hea hool zieng bòks mit inne juudel (Waubach) broek in het algemeen [boks, sjmeek, brits] [N 23 (1964)] || Broek. (Moeder zei tegen kleine Kees:) Jij loopt ook altijd met een afgezakte broek! [DC 39 (1965)] || Broeksriem. Hij hield z’n broek op met een leren riem. [DC 35 (1963)] || Hoe noemt men de broek (bovenkleeding)? Maakt men misschien onderscheid tusschen een klepbroek en een gewone broek? [DC 09 (1940)] III-1-3
broekkettingen achterhaamskettingen: achterhaamskettingen (Waubach) Kettingen waarmee de broek van het achterhaam aan de berries is vastgemaakt. [N 13, 79] I-10
broekland, moeras prats: pratsj (Waubach) moeras [DC 02 (1932)] III-4-4
broekspijp boksenpijp: boksepiēpe (Waubach), pijp: piēpe (Waubach) pijpen van een broek [bokspijpe, broeksepejpe] [N 23 (1964)] III-1-3