e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Weert

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
circus cirque (fr.): sirk (Weert) Een tent waarin allerlei artiesten optreden zoals clowns, dresseurs met hun dieren, akrobaten etc. [circus, sirk, paardenspel, hittenspel]. [N 90 (1982)] III-3-2
cirkel, kring cirkel: cirkel (Weert, ... ), kring: krīnk (Weert, ... ), reep: reip (Weert), ring: rink? (Weert), rīnk (Weert) cirkel [SGV (1914)] || de gesloten kromme lijn in een plat vak waarvan de punten alle op eenzelfde afstand liggen van één punt; het ingesloten vlak [kring, ring, cirkel] [N 91 (1982)] || een cirkelvormig voorwerp [ring, kring] [N 91 (1982)] || kring [SGV (1914)] III-4-4
citroen citroen: Verklw. setruunke ¯n oetgepörzje setroen met sókker  setroen (Weert) citroen III-2-3
citroenvlinder citroentje: WLD  citroentje (Weert) Hoe noemt u de vlinder waarvan bij het mannetje de vleugels citroengeel zijn en bij het wijfje witachtig groen met een oranje middelpunt (citroentje) [N 83 (1981)] III-4-2
coccidiose coccidore: koksūdoere (Weert, ... ) Hoe noemt U in Uw dialect de volgende ziekten: Coccidiose: een ziekte in de darmen, vooral bij jongen, met als symptomen: diarree, grote dorst en steeds dunnere uitwerpselen. Er kunnen blijvende letsels zoals een krom borstbeen van overblijven. Ook volwas [N 93 (1983)] || Kent U hiervoor een oudere volkse benaming? [N 93 (1983)] III-3-2
cocon cocon: WLD  kokon (Weert), pop: pop (Weert, ... ), pôp (Weert), WLD  pop (Weert) cocon [DC 18 (1950)] || Hoe noemt u een vlinder in omhulsel [N 83 (1981)] || Hoe noemt u het omhulsel van rupsen als zij zich inpoppen [N 83 (1981)] || pop, coconrups [DC 18 (1950)] III-4-2
colbertjasje colbert (fr.): colbert (Weert), colbertjasje (<fr.): Vgl. Fr. colbert. [! Van Dale, colbert, een niet-Fr. woord, genoemd naar de Franse staatsman Jean-Baptiste Colbert (1614-1683)]  kolbaerjeske (Weert), kort jasje: kort jèske (Weert), sportjasje: sportjèske (Weert) colbert, jas || colbertjasje, (korte) jas van een kostuum [N 23 (1964)] III-1-3
collectant centenophaler: cente ophaaler (Weert), collectant (fr.): collectant (Weert), kollektant (Weert) Een collectant, de persoon die met de collectezak of -schaal rondgaat [centevenger?]. [N 96B (1989)] III-3-3
collecte collecte: kollekte (Weert) De geldinzameling, de collecte [de kollekt?]. [N 96B (1989)] III-3-3
collectebakje centenbak: centebak (Weert), lange schaal: lang schaol (Weert), schaal: schaol (Weert) Een collectebakje aan een lange steel [centebekske?]. [N 96B (1989)] III-3-3