e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Weert

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
deurkruk, deurklink klink: kle.ŋk (Weert), klēŋk (Weert), knop: knop (Weert), kruk: krø̜k (Weert) Handvat met ijzeren pin dat door de deurstijl in het slot wordt gestoken en dient om de dagschoot van het slot terug te kunnen trekken. Zie ook het lemma 'Dagschoot'. In Q 95 werd het woord 'klink' zowel gebruikt voor de ring of kruk aan de buitenkant van een deur waarmee men het sluitijzer kon oplichten, als voor het sluitijzer aan de binnenkant van de deur. [N 54, 100; N 79, 8; monogr.; Vld.] II-9
deurstijlen deurstijlen: dȳrsti.lǝ (Weert) De stijlen van de deur in de voorweeg van de standerdmolen. [N O, 45j] II-3
deurwaarder deurwaarder: deurwaorder (Weert) deurwaarder [ZND 33 (1940)] III-3-1
diabolo diabolo: diabolo (Weert) Het speelgoed, bestaande uit een dubbele blikken kegel die men al draaiende op een koordje in evenwicht houdt, in de hoogte werpt en weer opvangt met dit koord of elkaar toewerpt en weer op een koordje opvangt [diabolo, diavolo]. [N 88 (1982)] III-3-2
diarree aan de/het schijt: ān dǝ sxīt (Weert), dunne, de -: den dunne (Weert), kom-gauw: de kom-gaauw (Weert), schijt: schieet (Weert) Buikloop. Te dunne ontlasting, meestal veroorzaakt door een min of meer ernstige ontsteking van de darmen. Zie ook het lemma ''diarree'' in wbd I.3, blz. 472-474. [N 3A, 91, 99; A 48A, 52; monogr.] || Diarree, buikloop (dunne, pruts). [N 84 (1981)] I-11, III-1-2
dichtmaken van de woning toestoppen: tǫwstopǝ (Weert) Het dichtmaken van spleten en openingen in de bijenwoning met propolis. [N 63, 53b; N 63, 53a; Ge 37, 142] II-6
dief dief: deef (Weert) dief [SGV (1914)] III-3-1
dienblad dienblaadje: dēnblɛtjə (Weert), dienblad: dēnblat (Weert), presenteerblad: prəsɛntērblat (Weert), theeblad: tēblat (Weert) dienblad [DC 27 (1955)], [DC 27 (1955)] III-2-1
dienst dienst: deenst (Weert, ... ) dienst [SGV (1914)] III-1-4
dienst van goede vrijdag goede-vrijdagsmis: gooje vriedegsmès (Weert) De "houten mis", de Goede Vrijdagdienst [hultsere Maes]. [N 96C (1989)] III-3-3