33963 |
dubbele lijn |
dobbele lijn:
dǫbǝl lin (L289p Weert)
|
Lijn die aan weerszijden aan het bit bevestigd is en tot aan de hand van de voerman dubbel is. Opgaven die niet specifiek naar een dubbele lijn verwezen (m.n. de woordtypes paardslijn, rijlijn, lijn, lijnt, lei, leis, leist, leidsel en guide), werden opgenomen onder het overkoepelende lemma Teugel. [N 13, 30 en 34]
I-10
|
29953 |
dubbele pik |
bik:
bek (L289p Weert),
pikhak:
pekhak (L289p Weert)
|
Houwwerktuig met korte steel en twee in een punt uitlopende armen. Zie ook afb. 14b. [N 30, 19b; monogr.]
II-9
|
33446 |
dubbele toegangspoort van een gesloten erf |
opvaart:
ǫp˲vārt (L289p Weert)
|
De uit twee helften bestaande poort, die toegang geeft tot een door het woonhuis en de bedrijfsgebouwen omgeven binnenplaats. Zie ook het lemma "schuurpoort" (3.1.2). Zie voor de fonetische documentatie van het woord (poort) het lemma "poort" (4.1.1). Zie ook afbeelding 18 bij het lemma "poort" (4.1.1). [N 5A, 77b; monogr.]
I-6
|
21608 |
dubbeltje |
dubbeltje:
dòbbeltje (L289p Weert),
⁄n döbbeltje (L289p Weert)
|
dubbeltje, een ~ [N 21 (1963)]
III-3-1
|
28757 |
duffel |
duffel:
dø̜fǝl (L289p Weert)
|
Dikke wollen stof met lang haardek. [N 62, 90; N 59, 201; MW]
II-7
|
22021 |
duif (alg.) |
duif:
doef (L289p Weert, ...
L289p Weert),
doeven haoje ... (L289p Weert)
|
Duif [SGV (1914)] || Duivenhouden is een ... (iest dat gedaan wordt om de tijd te korten). [ZND 28 (1938)] || Wat is de gewone dialectbenaming van de duif in het algemeen? [N 93 (1983)]
III-3-2
|
21933 |
duif bleek met allerlei kleurschakeringen |
bonte, een -:
bo‧nte (L289p Weert)
|
Hoe noemt men een duif bleek met allerlei kleurschakeringen (bont)? [N 93 (1983)]
III-3-2
|
22130 |
duif die bij de middelmaat geklasseerd is: in de middenmoot (vliegen) |
middenin:
middenin (L289p Weert)
|
een duif die bij de middelmaat geklasseerd is? [N 93 (1983)]
III-3-2
|
22160 |
duif die in de eerste prijzen valt |
kopduif:
kopdoef (L289p Weert)
|
een duif die in de eerste prijzen valt? [N 93 (1983)]
III-3-2
|
22009 |
duif die net buiten de prijzen valt |
overduif:
oeeverdoef (L289p Weert)
|
de eerste duif die net buiten de prijzen valt? [N 93 (1983)]
III-3-2
|