26202 |
fokwiek |
fauël:
fawǝl (L289p Weert),
fokwiek:
fǫkwik (L289p Weert)
|
Wiek die voorzien is van een stroomlijnbekleding volgens het systeem van ir. P.L. Fauël. Het systeem is geïnspireerd op de fok van een zeilschip, het kleine driehoekige zeil vōōr de mast. Het vōōrhek is gebogen en zodanig aan de roede bevestigd dat er een spleet overblijft waardoor een gedeelte van de windstroom kan passeren. Het systeem wordt gebruikt in combinatie met zeilen. Zie afb. 42. [N O, 6d]
II-3
|
25025 |
fonkelen, flonkeren |
fonkelen:
fonkele (L289p Weert),
glanzen:
glanze (L289p Weert)
|
levendig, maar niet onrustig stralen of glanzen, warm schitteren [sprietelen, fonkelen, flonkeren] [N 91 (1982)]
III-4-4
|
21559 |
fooi |
fooi:
foeej (L289p Weert)
|
de gift in geld aan iemand die een dienst verleend heeft (vanwege zijn beroep) [fooi, pree, drinkgeld] [N 89 (1982)]
III-3-1
|
22585 |
fooienjagen |
fooijagen:
voejaage (L289p Weert)
|
Kent u het gebruik dat fooienjagen [voejagen] heet? Hoe noemt u het? [N 88 (1982)]
III-3-2
|
34119 |
forsgebouwde koe |
stukkige koe:
stø̜kegǝ ku (L289p Weert)
|
[N 3A, 141a]
I-11
|
33528 |
framboos |
flamboos:
flamboe-e-s (L289p Weert),
flamboe-eze (L289p Weert),
flamboeës (L289p Weert),
framboos:
framboeës (L289p Weert, ...
L289p Weert),
(...)
framboos (L289p Weert)
|
[DC 13 (1945)]framboos
I-7
|
24084 |
franciscaan |
bruine pater (lat.):
broene paater (L289p Weert),
pater (lat.):
de paaters (L289p Weert)
|
Een Franciscaan of Minderbroeder [bruine pater, de Broune, Minnebroor, broene paater]. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
18784 |
franje |
franje:
fraanje (L289p Weert),
franjel:
fraanjele (L289p Weert),
frānjǝl (L289p Weert),
(mv)
frānjǝlǝ (L289p Weert)
|
franje [SGV (1914)] || Hoe noemt U een randversiering bestaande uit een boordsel met een reeks afhangende draden, meestal in bundels of kwasten bijeengehouden (franje?)? [N 62 (1973)] || Randversiering bestaande uit een boordsel met een reeks afhangende draden, meestal in bundels of kwasten bijeengehouden. [N 62, 59; MW; S 9; monogr.]
II-7, III-1-3
|
24148 |
frater |
steenkneuter:
steinkneuter (L289p Weert),
steenknuiter:
steînknuuëter (L289p Weert)
|
frater
III-4-1
|
32821 |
frees |
frees/fraise (fr.):
frē̜s (L289p Weert)
|
Een modern akkerwerktuig waarvan de aan-gedreven as voorzien is van een reeks messen, haken of tanden die in de grond hakken en deze fijn maken. [N 11, 72 add.; N 11A, 169b; N J, 10; div.; monogr.]
I-2
|