23700 |
gebed |
gebed:
gebed (L289p Weert, ...
L289p Weert)
|
Een gebed, [jebed?]. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
23701 |
gebeden |
gebeden:
gebaeje (L289p Weert),
gebieeje (L289p Weert)
|
De gebeden meervoud. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
23679 |
gebedsweek |
bedeweek:
baejwaeek (L289p Weert),
gebedsweek:
gebedswaek (L289p Weert)
|
Een gebedsweek. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
23476 |
gebeier |
gelui:
gelow (L289p Weert),
luiden, het ~:
et louwe (L289p Weert)
|
Het gelui, het gebeier van de klok(ken). [N 96A (1989)]
III-3-3
|
30204 |
gebint |
gebont(e):
gǝbo.nt (L289p Weert),
gǝbǫnt (L289p Weert)
|
Het geheel van spantbenen, gordingen, kepers etc. waarop de dakbedekking rust. Zie ook afb. 49 en 71. [S 9; N 54, 149a; N 54, 149b; N 54, 151; monogr.; Vld.]
II-9
|
17623 |
gebit |
gebit:
gebeet (L289p Weert),
gebieèt (L289p Weert),
gebieët (L289p Weert),
gebit (L289p Weert),
gie-ef gebit (L289p Weert)
|
Een gaaf gebit, het gebit van de oude man is nog heelemaal gaaf. [DC 14 (1946)] || gebit [N 10a (1961)]
III-1-1
|
30037 |
gebluste kalk |
geleste kalk:
gǝlęjs˱dǝ kalǝk (L289p Weert),
gǝlɛžǝ kalǝk (L289p Weert),
poederkalk:
pujǝrkalǝk (L289p Weert)
|
Ongebluste kalk die met water is aangelengd. Zie ook het lemma 'Kalk blussen'. Gebluste kalk wordt gebruikt bij de bereiding van mortel. Woordtypen als 'stubkalk', 'poederkalk', 'poeder' en 'zakjeskalk' verwijzen naar schelpkalk die direct na het branden droog geblust wordt en in poedervorm op de bouwplaats wordt aangeleverd. [N 30, 30a; N 30, 30b; N 30, 30c; N 30, 32f; monogr.]
II-9
|
20183 |
geboorte |
aanzet:
ānzęt (L289p Weert),
aanzetboog:
ānzęt˱bōx (L289p Weert)
|
De plaats waar de boog aan weerszijden tegen de rest van het metselwerk rust. De stenen in de muur moeten hier, om aansluiting te geven, behakt worden. In Q 121 spreekt men dan van 'geschoren stenen' ('jǝšōrǝ štęŋ'). Volgens de invuller uit Q 97 telt een poortboog altijd een oneven aantal stenen. [N 32, 19a; monogr.]
II-9
|
33879 |
geboorteomhulsel van een veulen |
net:
nɛt (L289p Weert)
|
Het vruchtvlies dat na de geboorte van het veulen afkomt. Als de merrie het veulen alleen ter wereld brengt, stikt het veulen meestal in de zak, die zo sterk is, dat hij met behulp van een mes of scherp voorwerp geopend moet worden. [N 8, 54, 55 en 56]
I-9
|
20182 |
geboren worden |
geboren:
ww
geboeëre (L289p Weert),
geboren werden:
geboeere waere (L289p Weert)
|
geboren (worden) || Geboren worden (jong zijn). [N 84 (1981)]
III-2-2
|