e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Weert

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
gebouw tispel: tespəl (Weert) hoog gebouw III-2-1
gebreide kous strikhoos: strikhoos (Weert), strikkous: strikkous (Weert, ... ) breikous [sjtrikhaos, strikkous] [N 24 (1964)] III-1-3
gebreide wollen muts gebreide muts: gebreijde möts (Weert), poldermuts: poldermöts (Weert, ... ), pôldermöts (Weert) dikke, gebreide muts || muts van wol (gebreid) voor kinderen [N 25 (1964)] || vrouwenmuts, zwarte, dikke gebreide ~ [N 25 (1964)] III-1-3
gebrekkig gebrekkig: gebrekkig (Weert) gebrekkig [SGV (1914)] III-1-2
gebrekkig spreken stamelen: staamele (Weert) gebrekkig spreken [hakkelen, tottelen, stamelen, touwen, tatewalen, totteren, stotteren] [N 87 (1981)] III-3-1
gebroeders; niet gebruiken gebroers: gebreurs (Weert) broers III-2-2
gebruik gebruik: gebroeek (Weert), gebrōēk (Weert), gewoonte: gewuundje (Weert) Een wijze van doen die in meer of minder ruime kring in zwang is [gebruik, gewoonte, gewente, zwang, geplogenheid]. [N 88 (1982)] || gebruik [SGV (1914)] III-3-2
gedenken; gedachtenis gedenken: gedi‧nke (Weert) terugdenkend aan overleden personen op bepaalde data [gedenken, geheugen] [N 85 (1981)] III-1-4
gedoopt worden gedoopt worden: geduiptj waere (Weert) Gedoopt worden. [N 96D (1989)] III-3-3
gedrongen persoon kruikestop: kroekestop (Weert), stammetje: hè es u stamske (Weert) gedrongen, een gedrongen postuur hebben [N 10 (1961)] III-1-1