e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Weert

Overzicht

Gevonden: 7826
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
appel, overige soorten appel: appel (Weert), court-pendu (fr.): korsteel, zure bewaarappel  karpeduu (Weert), eysdener klompje: iësdere klûmpke (Weert), heggenappeltje: kleine wilde appeltjes die in oude heggen voorkomen  hegke-eppelkes (Weert), kookappel: kookappel (Weert) appel || appel, soort || appeltjes I-7
appelbol pijlappel: pielappel (Weert), Een geschilde appel met verwijderd klokkenhuis, gevuld met suiker en kaneel, in deeg gerold en gebakken  piêlappel (Weert), miksken met nen appel in gebakken  piilappel (Weert) appel in deeg gedraaid en in de oven gebakken [ZND 32 (1939)] || appelbol || krollemol, kattekop III-2-3
appelboom appelboompje: Vraag: "appelboomjes", diminutief gelaten; enkelvoud opgenomen  appelbeumke (Weert), appelbuimke (Weert), appelbuimpke (Weert), appelenboompje: Vraag: "appelboomjes", diminutief gelaten; enkelvoud opgenomen  appelebuimke (Weert) [DC 03 (1934)] I-7
appelmoes appelenmoes: appelemoos (Weert), Verkl. appelemeuske  appelemoos (Weert), appelenprus: appeleprus (Weert), appelenpruts: appellepruts (Weert), appelmoes: appelmoos (Weert), prus: prus (Weert, ... ) appelmoes [ZND 32 (1939)] || appelmoes [trot, trut] [N 38 (1971)] III-2-3
appels van de boom schudden afschuddelen: ± WLD  aafschöddele (Weert) Appels van de boom schudden (muiken). [N 82 (1981)] III-2-3
appelsteel peel: peel (Weert) steeltje ve appel of peer I-7
appelvink groene: greune (Weert), kersenknepper: körseknépper (Weert) appelvink || appelvink (18 grote snavel, kort staartje; grote vogel; zeer schuw; zeldzaam; vreet vruchtenpitten; roep [ptik] [N 09 (1961)] III-4-1
aprilgrap aprilmop: aprilmop (Weert) De onzinnige boodschap op 1 april [aprilvis, aprilzaad, zikkelzaad]. [N 88 (1982)] III-3-2
arbeid werk: werrek (Weert) het werken, het arbeiden [foter, werk] [N 89 (1982)] III-3-1
arduin, hardsteen hardsteen: haardstein (Weert), háárdstein (Weert), naamse steen: naamse stein (Weert) hardsteen, harde, meest blauwgrijze kalksteen, gebruikt voor stolpen, hoekstenen enz [arduin] [N 81 (1980)] III-4-4