e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Weert

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
kalverjuk juk: jøk (Weert) Driehoekig raam om de nek van een kalf. [N 3A, 14f] I-11
kalverstal kalverstal: kǭvǝr[stal] (Weert) De stal of de ruimte in de koestal waar de kalveren staan. Meestal is er geen afzonderlijke ruimte als kalverstal; de kalveren staan in een hoek van de koestal en deze hoek voor de kalveren wordt "kalverstal" genoemd. Vandaar dat n.a.v. de vraag "kalverstal" voor L 213, 248, 298, 381b, 386, Q 1, 113 en 202 koestal en voor L 270, 312, Q 34 en 102 stal werd opgegeven. Er zijn voor de kalverstal ook wel benamingen in gebruik, waaruit de leeftijd van de kalveren spreekt. Voor opgaven die een voor een kalf bestemde kist, bak, kooi e.d. betreffen, zie men het lemma "kalverhokje, kalverbak" (2.2.4). Zie voor de fonetische documentatie van het woorddeel (stal) het lemma "stal" (2.1.2). Zie ook de plattegronden in paragraaf 1.2. [A 10, 9b; L 38, 25; monogr.; add. uit N 5A, 45a en 47b] I-6
kam kam: kamp - kem (Weert) kam (enkelvoud - meervoud) [ZND 27 (1938)] III-1-3
kameel kameel: kemieel (Weert) kameel: Hoe noemt u in uw dialect het grote zoogdier dat twee bulten op de rug heeft en in de woestijn leeft? [N 100 (1997)] III-3-2
kamer kamer: kāmər (Weert) kamer III-2-1
kamerjas sjamberloe: [Vgl. WBD III, 1.3: sjamberloe apart trefwoord (naast sjamberloek en sjamberloep)]  sjamberloe (Weert) kamerjas [sjamberloe] [N 23 (1964)] III-1-3
kamerschieten kamerschieten: kaamerscheete (Weert), kamerscheete (Weert), Het kamerschieten vond plaats bij feestelijke gelegenheden. Een uitgeboorde holle blok (kamer of donderbus genoemd) werd gevuld met polfer en in de smalle doorgang werd n lont gestoken. Vanaf een afstand werden ze met een lange stok op het uiteinde een brandende lap ontstoken [sic].  kaamerscheete (Weert) Het gebruik om schoten te lossen bij een bruiloft. [N 88 (1982)] || Het gebruik om tijdens het rekken van de processie donderbussen af te schieten [kamere aafsjisse]. [N 96C (1989)] || Kamerschieten. III-3-2
kamerstoel kakstoeltje: kaksteulke (Weert) Klein draagbaar gemak in de vorm van een stoel (gemakstoel, kakstoel, kamerstoel, kakkedoor, stilletje) [N 79 (1979)] III-2-1
kamgaren stof kamgaren: kamgārǝ (Weert) Stof geweven van uit kamwol gesponnen garen. [N 62, 75b; N 62, 76; N 62, 98; N 59, 201] II-7
kamizool kamizool (<fr.): kammezoeël (Weert), betekenis: fluwelen vest  kamizōōal (Weert), betekenis: wollen hemd  kammezoél (Weert), broek voor dames  kammezòl (Weert) kamizool, in de betekenis van soort kledingstuk; betekenis/uitspraak [N 25 (1964)] || kamizool, vest met lange mouwen III-1-3